Nr. 84/126.
Overwegende, dat in het dienstjaar 1983 de volgende uitgaven zijn
gedaan terzake van het openbaar lager onderwijs naar de maatstaf
genoemd in artikel 55 bis van de Lager-Onderwijswet 1920:
Instandhouding van schoolgebouwen en geringe en dagelijks
reparaties
□nderhoud van schoolmeubelen
Aanschaffen en onderhouden van schoolboekenleermiddelen en
schoolbehoeften
Aanschaffen van schoolmeubelen
Verlichting, verwarming en schoonhouden schoolgebouwen
Andere uitgaven ter verzekering van een goede gang van
het onderwijs, te weten:
Advertentiekosten ~,-"~
Kosten geneeskundig
onderzoek -
Telefoonkosten - 2.070,11
Schoolreisjes - 625,05
Teruggaaf van portokosten en
andere kleine uitgaven van
hoofden van scholen - 845,93
Onderzoek sollicitanten en
bijwonen proeflessen -
Kosten medezeggenschaps-
raden e.d. - 2.235,93
Kosten schoolraad - 225,--
Tegemoetkoming verplaatsings-
kosten -
Kosten voormalig personeel - 1.931,46
Totaal
41 .381,44
24,—
57.234,08
36,—
169,562,14
7.933,48
266.171,14
dat de navolgende inkomsten hierop redelijkerwijze in mindering
moeten worden gebracht:
Vergoeding voor gebruik van schoollokalen f 1.368,--
Terugbetaling teveel betaalde kosten
verlichting, verwarming en water - 4.844,60 6 212 .60
Blijft f 259.958,54
dat het gemiddeld aantal leerlingen vastgesteld volgens de maatstaf van
artikel 28, 6e lid van de Lager Onderwijswet 1920 in 1983 484 1/3 bedroeg;
dat wegens administratiekosten volgens het schrijven d.d. 24 mei 1984, kenmerk
B0/KL/5e-692-688 van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen een
bedrag van f 38,75 per leerling dient te worden gerekend, derhalve in totaal
484 1/3 x f 38,75 18.767,92.
dat het krachtens artikel 55 bis van bovenaangehaalde wet voor het jaar 1983
beschikbaar gestelde bedrag per leerling bij besluit van 28 april 1983 is
vastgesteld op f 526,40 voor het openbaar lager onderwijs;
- 2 -