- 2 -
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 1984;
b e s 1 u i t:
a. het bedrag, dat de gemeente over het jaar 1983 werkelijk heeft uitgegeven
wegens kosten, bedoeld in artikel 55 bis van de Lager Onderwijswet 1920,
voorlopig vast te stellen op 259.958,54 18.767,92 278.726,46.
b. het bedrag dat in verband met het gemiddeld aantal leerlingen van de
scholen voor het jaar 1983 beschikbaar is gesteld voor de sub a bedoelde
uitgaven voorlopig was vastgesteld op 522 1/3 x 563,75 (f 526,40
37,35) 294.465,42.
c. het verschil tussen de sub a. en b. bedoelde bedragen voorlopig vast te
stellen op 278.726,46 - f 294.465,42 15.738,96.
Er is dus in 1983 15.738,96 484 1/3 f 32,50 per leerling minder
uitgegeven dan geraamd.
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd
adering van 29 november 1984,
.Kooi)