Agendapunt: 3.
Voorstelnr. 84/139.
Stiens, 10 december 1984.
OnderwerpWijziging bezoldigingsverordening
Aan
de gemeenteraad
Bij schrijven van 19 juli 1984, nr. AB84/U 973 heeft de minister van
Binnenlandse Zaken aan de gemeenten medegedeeld dat is besloten de
beginsalarissen van een aantal salarisschalen van het burgerlijk rijks-
personeel ingaande 1 juli 1984 te verlagen.
Het betreft hier de schalen 3 t/m 11.
Met deze verlaging wordt beoogd een beperking aan te brengen in de be
ginsalarissen van nieuw in dienst tredend personeel bij de rijksover-
heid zonder beroepservaring
Als uitgangspunt geldt dat de maatregel geen nadelige gevolgen zal
hebben voor de salariëring van reeds in dienst zijnde ambtenaren. Aan-
gezien de voor de gemeenten beschikbare salarisschalen overeenkomen met
de salarisschalen van het burgerlijk rijkspersoneel verzoekt de minister
de gemeenten ten behoeve van de koordinatie in schalenstelsels ook tôt
verlaging van de beginsalarissen over te gaan, zoals is omschreven in
zijn rondschrijven d.d. 30 mei 1984 aan de kollega ministers.
De minister geeft de gemeenten in overweging de verlaging uiterlijk
1 januari 1985 te laten ingaan en hiermee bij de werving en selektie van
personeelsleden rekening te houden.
Het Centraal Bureau inzake de gemeenschappelijke behandeling van gemeen-
telijke personeelsaangelegenheden heeft bij schrijven van 1 oktober 1984
kenmerk OPZ/6902, de aanbeveling gedaan de salarisschalen aan te passen
zoals hierboven is omschreven.
Hierover is in het Centraal Georganiseerd Overleg overeenkomstig be-
reiktzodat plaatselijk overleg achterwege kan blijven.
Wij stellen u voor te besluiten conform het voor u bij de raadsstukken
ter inzage liggende ontwerp-besluit
Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel
de secretaris, de burgemeester,
JPv.d.K00I
H. BOSCHMA