Agendapunt: 8 Voorstelnr.: 84/143 A Stiens, 12 december 1984. Onderwerp: verhoging tarieven on- roerendgoedbelastingen (voorlopig) Aan de gemeenteraad In uw vergadering van 29 november 1984 werd door u besloten tôt het ver- hogen van de tarieven van de hondenbelasting, de rioolrechten en de af- valstoffenheffingIn het daartoe strekkende voorstel werd door ons ver- meld, dat wij het van het werkelijke resultaat van de begroting 1985 wilden laten afhangen, of wij nog met een voorstel tôt het verhogen van de tarieven van de onroerend-goedbelastingen bij u zullen komen. Een dergelijk voorstel zou dan gelijktijdig met de behandeling van de be groting aan de orde kunnen worden gesteld. Nu duidelijk is dat het werkelijk resultaat van de begroting 1985 niet voor 1 januari 1985 berekend zal kunnen worden moeten wij echter nu reeds met dit (voorlopige) voorstel bij u komen. De oorzaak hiervan is gelegen in het op de eisen van rechtszekerheid be- rustende rechtsbeginseldat wetgevende maatregelen, waartoe ook de gemeen- telijke belastingverordeningen behoren, in principe alleen voor de toekomst kunnen gelden. De staatssecretaris van binnenlandsezaken heeft deze materie nog eens in zijn circulaire van 2 augustus 1979, nr. FB 79/U 455, toegelicht en daar- bij tevens gesteld, dat door hem slechts medewerking aan tariefsaanpassin- gen met terugwerkende kracht zal worden verleend in uitzonderlijke gevallen en in die gevallen waarbij de rechtszekerheid in het geheel niet in het ge- ding is, zoals bijvoorbeeld een reële tariefsverlaging Het is vrijwel zeker, dat het niet voor 1 januari gereed zijn van de ge- meentebegrotingook al is dit mede een gevolg van de gewijzigde voorschrif- ten, niet als een uitzonderlijk geval zal worden beschouwd Op grond van deze bepalingen menen wij er niet aan te kunnen ontkomen u nu reeds te moeten voorstellen de tarieven van de onroerend-goedbelastingen met 5% te verhogen, met dien verstande, dat, indien mocht blijken dat het werkelijk resultaat van de begroting 1985 daartoe aanleiding geeft, bij de behandeling van die begroting kan worden besloten dat de tariefsaanpassing weer ongedaan te maken of op een lager niveau vast te stellen. Een tariefverhoging van 5% zal de volgende tarieven geven f 4,62 (was f 4,40) per 3.000,economische waarde van het onroerende goed voor gebruikers, en 5,78 (was 5,50) per 3.000,economische waarde van het onroerende goed voor de zakelijke gerechtigde. Gezien het bovenstaande stellen wij u voor overeenkomstlg te besluiten. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel de secretaris, de burgemeester J.P.v.d.KOOI H. B0SCHMA

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1984 | | pagina 25