Met betrekking tôt het onderwijs wordt terecht in de aanbiedingsbrief blz. 27 hoofdfunctie k opgemerkt, dat de onzekerheid en onrust onder het personeel werkzaam bij het onderwijs voortduren. Beter gezegd wordt versterkt, doordat sinds kort de ware betekenis van overheidsraaatregelen bij de invoering van Je basisschool duidelijk wordt. Een aantal onder- wijsgever.den rnoet per 3'1/7/85 afvloeien, wegens verraindering van het aantal leerlingen; zij ontvangen gedurende kortere of langere tijd wachtgeld, naar de kans op een baan in het onderwijs is voor hen voor- lopig heel klein. Een groter aantal leerkrachten wordt boventallig. En/of heeft geen volledige formatieplaats. Dit kan betekenen dat zij/hij les raoet geven aan verschillende scholen gedurende een of meer dagen of dagdelen. Is een dergelijke situatie voor de betreffende leerkrachten ailes behalve aantrekkelijk te noemen voor de leerlingen is het zowel pedagogisch als didaktisch uiterraate ongunstig om tijdens een schoolweek b.v. drie verschillende juffen of meesters voor de klas te he'oben. Dat een dergelijke situatie van het personeel veel flexibiliteit ver- eist en van de schoolleiding grote organisatorische gaven behoeft geen betoog. Er is in de voorafgaande jaren veel gevraagd van personeel en ouders om door middel van talrijke besprekingen"klaar" te zijn voor invoering van de basisschool. Nu de invoering hiervan per 1/8/85 een feit gaat worden laat de rijksoverheid op vele terreinen na die mogelijkheden te scheppen die deze basisschool een lichte kans van slagen bied-t. Daarom verwachten we dat de lokale overheid daar in poeiti-ev-e zin op- treedt waar de rijksoverheid cet het nemen van gepaste maatregelen verstek laat gaan, opdat leerkrachten en ouders de mogelijkheden worden geboden zich zo goed mogelijk in te zetten voor het welzijn van het kind Het welzijnsbeleid zal de koraende tijd veel inspanning en tijd vergen. Er zijn allerlei ontwikkelingen gaande op het gebied van de wetgeving maar ailes is nog zeer vaag. Wij menen toch dat er een aantal zaken aan te wijzen zijn die op korte termijn aandacht verdienen. Ten eerste zal er ingespeeld raoeten worden op een veranderd financieel beleid van rijkswege. H.l. overheveling van de specifieke doeluitkeringen naar de z.g. algemene middelen. Doeluitkeringen wil zeggen dat die uitkering voor één gericht projekt bestemd is. Als de gelden naar de algemene middelen gaan is het mogelijk dat er een keuze gemaakt moet worden tussen een lantaarnpaal en be- jaardengymnastiek, maar volgens de jongste gegevens van het ministerie van W.V.C. zal deze overheveling plaatsvinden onder strikte voorwaa rden dat deze gelden aangewend moeten worden voor de welzijnssektor waar- door die bedragen veilig gesteld worden. In verband hiermee komt mijn fraktie met een motie waarin wij vragen het ontstane tekort inzake de begroting van het sociaaal kultureel jaarprogramma 1985 aan te vullen. Emancipatieaktiviteiten echter vallen er (nog) niet onder. Voorlopig is voor die aktiviteiten voor een période van vier jaar nog een doel- uitkering van toepassing. Van diverse zijden wordt gewezen op het feit dat er nog steeds te weinig aan emancipatiebeleid wordt gedaan. Om nu te voorkomen dat bij ons deze aktiviteiten zullen ondersneeuwen is het nodig in de komende période een eigen geoeentelijk beleid op te

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1985 | | pagina 33