In vele geraeenten zijn fraaie voorbeeirien te vinden van bermen waar de
natuur is teruggekeerd en steeds tôt de grootste voldoening van de be-
volking.
Die natuur die zo afhankelijk van het milieu is .Kennelijk scoort het niet
in de politiek,landelijk of plaatselijk^om over milieu en dus over
milieu verontreiniging te spreken.
Toch zou ik daarvoor hier een lans willen breken. Nog nooit zijn we
meer geconfronteerd geweest met de schadelijke gevolgen van menselijke
aktiviteiten dan in het afgelopen jaar.
De bodem blijkt op steeds meer plaatsen zo danig verontreinigd dat
er niet gewoond kan worden.
De bossen sterven af als gevolg van luchtverontreiniging
Hele steden worden bij windstilte en mist afgesloten voor
aile gemotoriseerd verkeer. De zee is het grootste vuilnisvat.
Ondertussen moeten we allen blij zijn met wat meer ékonomische
bedrijvigheid.
Toch raogen we onze ogen niet slu-iten en blindelings verder gaan op we*
ma^en van deze aardeL
Er zal iets moeten gebeuren en dan zijn we er niet door op gemeentelijk
niveau ter verdediging te melden dat we een H.U.P. hebben.
Dat zet echt geen zoden aan de dijk.
Tôt slot financiën.
Als we het begrotingsbeeld bekijken dan heeft ons het grote overschot
verrast. Dat stemt in eerste instantie tôt tevredenheid, wat is mooier
dan ruim in de centen te zitten? Toch zijn wij vervuld van geraengde ge-
voelens. Enerzijds verbazing want hoe moet dit worden uitgelegd aan
al diegenen die afhnnkelijk zijn van geraeentelijke bijdragen. Een jaar
geleden moesten zij nog genoegen neraen met bezuinigingen, gegeven de
zorgelijke situatie van gemeentelijke financiën. Anderzijds zijn ook
wij verheugd want het is natuurlijk prettiger werken met een overschot
dan met tekorten.
Nog maar een paar maanden geleden werden de leden van de kommissie
algemene zaken er alvast op voorbereid dat we ook in 1985 weer rekening
moesten houden met de nullijn. Een belastingverhoging leek zelfs on-
ontkoombaar. En nu blijkt na doorberekening dat er een riant overschot
is. De aanwending van het overschot zal veel aandacht vergen. Het is
tenslotte geld van ons allen, en het zal wel overwogen besteed moeten
worden. Let wel, wij zijn niet van mening dat het geld snel moet
worden opgeraaakt, maar de gemeente is ook geen bankinstelling waar
het geld moeten worden opgepot, want dat gebeurt meestal wegens ge-
brek aan ideeën.
Voor dat laatste hebben wij reeds een aantal voorzetten gedaan en
zullen we in de komende tijd nog het een en ander doen.
Ik kora nu tôt afronding van deze algemene beschouwingen.
Vanaf deze plaats wil ik allen die werkzaam zijn binnen onze gemeente
bedanken voor hun medewerking in de afgelopen période.
Ik wens een ieder een strijdbaar en zinvolle voortzetting van 1985
toe waarbij het respect voor elkaar hopelijk de boventoon zal
voeren.
Namer.s de fraktie
Gelly Visser