en besluit:
er bij de Minister op aan te dringen, dat bij aangetoonde
behoefte, ontheffing dient te worden verleend op de
Algemene Maatregelen van Bestuur, welKe de leefbaarheid
tengevolge van lawaaioverlast van de vliegbasis Leeuwarden,
in Cornjum en Jelsum zouden schaden,
en gaat over tôt de orde van de dag.
De heer Jansma zegt dat zijn fraKtie achter het standpunt van het
collège staatHij vindt dat als baanverdraaiing een mogelijkheid
zou zijn onn levensruimte te houden voor de bedreigde dorpen, deze
mogelijkheid niet aan de kant geschoven moet worden.
Wel acht hij de aanwezigheid van de basis zo een realiteit dat de
basis niet mag verdwijnen. Niet ontkend wordt dat er sprake is van
verbetering maar omdat de dorpen niet mogen uitbreiden is zijn fraktie
voor baanverdraaiing.
Tenslotte pleit hij ervoor dat aile frakties in de reaktie op één
lijn komen.
In zijn antwoord wijst wethouder De Haan er op dat de staatssekretaris
met de onderhavige brief de PKB-procedure doorkruist.
Hij vertelt dat het voorstel van het collège in overleg met Menalduma-
deel tôt stand gekomen is.
□p de reaktie van de heer Van Iperen zegt hij dat de dreiging van de
afbraak er nog steeds is, omdat niet bekend is welke woningen wel en
welke woningen niet geïsoleerd kunnen worden.
Hij is het niet eens met de stelling dat de aanleg van een noord-zuidbaan
de mogelijkheden voor defensie zouden vergroten omdat het gebruik van de
basis geregeld is in het SP1THij wijst er ook nog op dat de baanver
draaiing niet een doel is maar juist een middel.
Hij zegt te vinden dat de heer Van der Ende wel erg gemakkelijk over de
problemen heen stapt en dat hij zich wel erg gemakkelijk van zijn taak
afmaakt door te stellen dat de bevolking wel kreatief zal zijn.
Hij zegt de algemene maatregel van bestuur een goede maatregel te vinden en
dat men z'n kop niet in het zand moet steken. Nu er juist overlast is
kan men niet voordeze realiteit weg.
Hij zegt dat de door de heer Van der Ende bedoelde ontheffingsmogelijk-
heid niet in de algemene maatregel zit ingebouwd.
In zijn reaktie op hetgeen de heer Jansma gezegd heeft zegt hij niet
de illusie te hebben de raad op één lijn te krijgen.
Hierna volgt een schorsing.
Wethouder De Haan heropent de vergadering (313 m.).
In tweede termijn voeren de heren Damstra, Van Iperen, Teitsma, Van der
Ende, Boersma, Jansma en wethouder De Haan het woord.
De heer Damstra vraagt waarom de heer Boersma de motie van de heer
Van der Ende steunt.
De heer Van Iperen stelt voor punt 3 van het raadsbesluit van 25 maart
1982 te schrappen nu hij de indruk heeft dat de andere frakties niet
zo hard denken aan de noord-zuidvariant