Nr. B5/ 143. De raad van de gemeente Leeuwarderadeel gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 1985, nr. 05/ gelet op de artikelen 272, letter a, en 273 van de gemeentewet, als- mede op het besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen besluiten: vast te stellen de volgende: V|g9RQINING=gP=DE=HEFFING=yAN=gNRQEREND-GgEgBELASTING|N Artikel 1 (voorwerp van de belastingen, belastingplicht) Terzake van binnen de gemeente gelegen onroerend goed met uitzondering van ten behoeve van de land- tuin- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteer- de kultuurgrond worden onder de naam "onroerend-goedbelasting" jaarlijks geheven a. een direkte belasting van degene, die - naar de emstandigheden beoor- deeld - bij het begin van het belastingjaar een onroerend goed al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht feitelijk gebruikt; b. een direkte belasting van degene, die bij het begin van het belasting jaar van een onroerend goed het genot heeft krachtens zakelijk recht. Artikel 2 Cgrondslag) De grondslag, waarnaar de in artikel 1 bedoelde belastingen worden gehe ven, is de waarde welke aan het onroerend goed in het economische verkeer kan worden toegekend. Artikel 3 (begripsomschrijving) Deze verordening verstaat onder: 1. een onroerend goed dan wel het onroerende goed: a. een gebouwd eigendom met zijn gebouwde aanhorigheden - daaronder begre- pen de ondergrond van dat eigendom en van die aanhorigheden - en met zijn ongebouwde aanhorigheden; b. een ongebouwd eigendom niet zijnde de ondergrond of een aanhorigheid van een gebouwd eigendom, met zijn gebouwde aanhorigheden - daaronder begre- pen de ondergrond van die aanhorigheden - en met zijn ongebouwde aanho righeden c. indien gedeelten van de onder a. of b. bedoelde eigendommen - andere dan de gedeelten van een onroerend goed als bedoeld in artikel 2, tweede lid, letter b, van het besluit D.G.B. - blijkens hun indeling zijn bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt: elk als zodanig bestemd

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1985 | | pagina 46