Nr. 86/12.
De Raad der gemeente Leeuwarderadeel;
Overwegende, dat in het dienstjaar 1984 de volgende uitgaven zijn
gedaan terzake van het openbaar lager onderwijs naar de maatstaf
genoemd in artikel 55-bis van de Lager Onderwijswet 1920:
Instandhouding van schoolgebouwen en geringe en
dagelijkse reparaties
Onderhoud van schoolmeubelen
Aanschaffen en onderhouden schoolboeken, leer-
middelen en schoolbehoeften
Aanschaffen van schoolmeubelen
Verlichting, verwarming en schoonhouden schoolgebouwen
Andere uitgaven ter verzekering van een goede gang van
het onderwijs, te weten:
Advertentiekosten
Kosten geneeskundig onderzoek
Telefoonkosten
Schoolreisjes
Teruggaaf van portokosten en
andere kleine uitgaven van
hoofden van scholen
Onderzoek sollicitanten en bijwonen
proeflessen
Kosten medezeggenschapsraden e.d.
Kosten schoolraad
Tegemoetkoming verplaatsingskosten
Kosten voormalig personeel
Totaal:
f 25.953,43
276,14
51.293,25
43,24
- 155.382,84
f 375,95
- 2.014^73
354,91
1.849,32
225,—
592,14
187,—
5.599,05
238.547,95;
dat de navolgende inkomsten hierop redelijkerwijze in mindering
moeten worden gebracht:
Vergoeding voor gebruik van school-
lokalen f 150,
Terugbetaling teveel betaalde kosten
verlichting, verwarming en water - 5.056,58
Instandhouding schoolgebouwen - 615,95 5.822,53
Blijft: f 232.725,42;
dat het gemiddeld aantal leerlingen vastgesteld volgens de maatstaf van
artikel 26, 6e lid van de Lager Onderwijswet 1920 in 1984 436 bedroeg;
dat het krachtens artikel 55-bis van bovenaangehaalde wet voor het jaar 1984
beschikbaar gestelde bedrag per leerling bij besluit van 23 februari 1984 is
vastgesteld op f 525,93 voor het openbaar lager onderwijs;
- 2 -