lir. 66/143.
Regeling qemeenschappelijke reimginqsdienst het Bildt en Leeuwarderadeel.
De raden en collèges van burgemeester en wethouders van de qemeenten het
Bildt en Leeuwarderadeel, îeder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
overwegende dat de bestaande "Regeling înzake een gemeenschappelijke reini-
gingsdienst voor de gemeenten het Bildt en Leeuwarderadeel aanpassing
behoeft aan de op 1 januari 1985 in werking getreden wet qemeenschappelijke
regelinqen en i.v.m. de wens tôt een bredere bestuurssamenstelling;
gelet op de wet gemeenschappelijke regelingen;
Besluiten
de volgende gemeenschappelijke regeling aan te gaan:
Artikel 1_
1. De deelnemende gemeenten hebben een gemeenschappelijke reinigingsdienst,
in deze regeling aangeduid als "de reinigingsdienst".
2. Deelnemende gemeenten zijn de gemeenten het Bildt en Leeuwarderadeel,
zomede andere qemeenten, wanneer de desbebetreffende raden en collèges
van burgemeester en wethouders daartoe besluiten en de raden en de
collèges van burgemeester en wethouders van de reeds samenwerkende
gemeenten verklaren daartegen geen bezwaren te hebben.
Artikel 2
De reinigingsdienst is gevestigd in de gemeente het Bildt die als cen
trale gemeente fungeert en is belast met:
a. inzamelen van huisvuil, grofvuil en bedrijfsafvalalsmede klein
chemisch afval voor zover niet door de Regio Friesland-Noord uitge-
voerd;
b. straatvegen;
c. de verzorging van stortplaatsen en van het ten behoeve van de dienst
aangeschafte materieel en materiaal;
d. aile andere zaken die door de deelnemende gemeenten met instemming
van de commissie worden opgedragen.
Artikel 3
1. Ter behartiging van de gemeenschappelijke belangen wordt als
gemeenschappelijk orgaan ingesteld een commissie waaraan de organisatie
en de algehele leiding van de dienst wordt opgedragen.
2. Leden der commissie zijn burgemeester en wethouders van de deelnemende
gemeenten, alsmede een per deelnemende gemeente door de gemeenteraad uit
zijn midden te benoemen lid.
Artikel 4
1. De leden van de commissie niet zijnde burgemeester treden af op de dag
waarop de zittingsperiode van de raad afloopt.
2. De raden van de gemeenten benoemen bij de aanvang van elke
zittingsperiode zo spoedig mogelijk nieuwe leden van de commissie.
Aftredende leden kunnen herbenoemd worden.
1