3. Indien tussentijds een plaats van een lid vacant komt, qeeft de voorzit-
ter van de commissie daarvan kennis aan de desbetreffende gemeenteraad
Zo spoedig mogelijk wordt in de vacature voorzien.
4. Het lid dat ter vervulling van een buiten de gewone tijd van aftreden
opengevallen plaats tôt lid van de commissie is benoemd, treedt af op
het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zal moeten
aftreden
Artikel 5
1. De commissie vergadert zo dikwijls dit door één of meer leden van de
commissie wenselijk wordt geoordeeld.
2. Elk lid van de commissie heeft in de vergadering één stem.
3. De commissie kan deskundigen -niet leden- uitnodigen de vergaderingen
permanent dan wel op ad hoc-basis bij te wonen.
4. De commissie kan een règlement van orde voor zijn vergaderingen
vaststellen
Artikel 6
1. Eén of meer leden van de gemeenteraden kunnen de commissie inlichtingen
vragen
2. Eén of meer leden van de gemeenteraden kunnen hun vertegenwoordigers in
de commissie inlichtingen vragen.
3. De inlichtingen worden schriftelijk gevraagd en in afschrift toegezonden
aan de betrokken gemeenteraad en ingeval van toepassing van lid 2, aan
de commissie.
4. De inlichtingen worden zo spoedig mogelijk, in schriftelijke vorm,
verstrekt en eveneens in afschrift toegezonden aan in elk geval de
betrokken gemeenteraad en, in geval van toepassing van lid 2, aan de
commissie.
Artikel 7
1. Een lid van de commissie kan door de eigen gemeenteraad ter verantwoor-
ding worden geroepen voor het door deze in de commissie gevoerde beleid.
2. In geval toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 1 geeft het
commissielid aile verlangde inlichtingen voor zover zulks niet strijdig
is met het openbaar belang.
3. De verantwoording geschiedt mondeling in een vergadering van de eigen
gemeenteraad
Artikel 8 -
1. De gemeenteraad is bevoegd een eigen commissielid ontslag te verlenen,
indien deze het vertrouwen van de raad niet meer bezit.
2. Over een voorstel tôt het verlenen van ontslag als bedoeld in lid 1
wordt niet beraadslaagd of besloten, dan nadat de gemeenteraad tenminste
twee weken en ten hoogste drie maanden tevoren heeft verklaard dat het
betrokken lid het vertrouwen van de raad niet meer bezit.
2