groei van het arbeidsaanbod (met name door een kleiner
aantal sehoolverlaters) een matigende invloed op het werK-
loosheidspercentageEn dan speclt uiteraard het statis-
tisch effect van het niet meer registreren van werKzoeken-
den ouder dan 57,5 jaar nog steeds door in de cijfers.
Op grond van de hier geschetste ontwikkelingen verwachten
wij voor onze noordelijke gemeenten: langdunger werkloos
heid en hardere arbeidsbemiddeling. Datgekombineerd met
steeds lager wordende uitkeringen en het wegvallen van een
groot aeel van de schaarse gesubsidieerde voorzieningen
maakt het beeld voor de nabije toekomst van onze stree
somber.
3. Werkloosheidsbestrij ding
Een van de belangrijkste initiatieven die op het terrein
van de werkloosheidsbestrijding in 1986 zijn genomen, vormt
het door overheid, vakbeweging en werkgevers uitgewerkte
plan om mensen die langer dan 3 jaar werkloos zijn, en
ouder dan 25 jaar, in de gelegenheid te stellen geaurende
twee jaar ervaring op te doen in het bedrijfsleven, _bij de
overheid of in de gesubsidieerde sector. Deze ervaring zou
de kansen van deze zeer langdurig werklozen op ûe arbeids-
markt moeten vergroten. Het gaat hierbij om ca. 40.000
ingeschrevenen. Zekerheid dat dit nieuwe scholingsplan ook
werkelijk leidt tôt vast werk voor betrokkenen, is er
echter niet. Daarmee onderscheidt dit plan zich dan ook
niet echt van eerdere akkoorden tussen de sociale partners
en de overheid. Enige garantie in die richting zou toch
gegeven moeten kunnen worden. Tenslotte is het voor mensen
zonder betaald werk daar toch om begonnen: een vaste baan
en een redelijk inkomen. Het ontwikkelen en subsidieren van
zinvolle scholingsprogrammas voor werklozen betekent nog
niet automatisch dat men daarmee de jongeren-)werkloosheid
ook structureel bestrijdt. Weinig structureel is het boven-
dien wanneer gelden ter beschikking worden gesteld voor het
terugdringen van de langdurige werkloosheid in ce leei-
tijdskategorie vanaf 25 jaar, terwijl gelijktijdig bezui-
nigd wordt op de werkgelegenheidsbevorderende maatregelen
voor de groep tôt 25 jaar.
Van de zijde van het ministerie van Sociale Zaken en WerK-
gelegenheid wordt ook wel onderkend dat het (her-)opleiden
van mensen zonder betaald werk niet automatisch tôt nieuwe
banen voor deze mensen leidt. Voor jeugdigen en zeer lang
durig werklozen zouden daarom tijdelijke, reele arbeids-
plaatsen worden gerealiseerdDesnoods zou men daarvoor
enige verdringing van bestaande arbeidsplaatsen op de koop
toe moeten nemen. Blijkbaar beschikt het kabinet over or-
voldoende instrumenten om echte, nieuwe werkgelegenheid te
creeren
Zorgen 'mag men zich, zeker ook als Vrijwilligers Werk
Centrale die in haar opzet en uitvoerenc werk gencht is op
de betaalde arbeid, maken over de steeds verder uitgeholde
positie van jongeren als arbeidskrachtenzowel wat hun
rechts- als inkomenspositie betreft. Recent onderzoek (IVA,
Tilburg) wijst erop, dat werkloze jongeren over het alge-
meen positief staan ten opzichte van 'werken'Maar uit
ander onderzoek blijkt zonneklaar de sterk negatieve ar-
beidsbeleving bij jongeren in de verschillende arbeidssi-
6