tuaties, vooral wanneer dit het praktijkgedeelte van een
streekschool betreft. De in het kader van de jeugdwerkloos-
heidsbestrijding voorgenomen uitbouw van het leerlingwezen
neeft daarom ook een aantal bedenkelijke kanten.
Werkloosheid en vrijwilligerswerk.
De aantrekkelij kheid van zinvol vrijwilligerswerk voor
mensen zonder betaald werk is nog steeds groot. Dat hoeft
niet te verbazen. Men houdt de vakkennis op peii of breidt
die uitmen raakt niet uit het arbeidsritme en maakt vaak
meer kans op herintreding in het betaalde werk dan wanneer
men rustig thuis blijft afwachten. De doorstroomfunktie van
vrijwilligerswerk naar betaald werk is reeel aanwezig.
Deskundigheidsbevordering van vrijwilligers/werkzoekenden
krijgt dan ook aile prioriteit binnen vrijwilligerscentra-
les. Kursussen, informatieverstrekkingadvisering, hulp
bij sollicitatiesstimulering van het zelf zoeken naar
werk, enz., enzmoeten de kansen op een baan vergroten.
Het 'vrijwilligerswerk met behoud van uitkering blijft met
de huidige zeer hoge werkloosheid een belangrijk instrument
om die kansen van mensen op betaald werk te vergroten.
Dat hiervoor richtlijnen en criteria zijn ontwikkeld, is in
principe een goede zaak, zeker wanneer deze ook de positie
van de uitkeringsgerechtigden binnen het vrijwilligerswerk
beschermen. Maar het steeds verder reguleren en vooral
beperken van de mogelijkheden voor mensen met een uitkering
om vrijwilligerswerk te verrichten, kan niet in het belang
zijn van deze mensen, reden waarom wij de invoe^ing van de
Wet Onbeloonde Arbeid Uitkeringsgerechtigden (WOAU) met de
nodige scepsis tegemoet zien. De vraag lijkt ons gewettigd
of deze wet het beoogde doel wel zal bereiken; namelijk
terugdringing van ongewenste en onwettige vormen van be
taalde en onbetaalde arbeid binnen het zogenaamde gxijze
circuit'. Niet geheel ondenkbaar isdat deze WOAU met naar
strakke regulering ontwikkelingen binnen dit 'grijze cir
cuit' juist gaat bevorderen.
De Vrijwilligers Werk Centrale Noord Friesland.
De Vrijwilligers Werk Centrale Noord Friesland te Marrum
gaat in 1987 "naar vierde jaar in. De doelstellingen van de
Vrijwilligers Werk Centrale Noord Friesland zijn bij de
start voor in ieder geval vijf jaar vastgelegd. Deze doel
stellingen zijn - uiteraard - gericht op de relatief hoge
werkloosheid in de drie noordelijke Friese gemeenten: het
BildtFerwerderadeel en LeeuwarderadeelEen twee-sporen-
beleid' richt zic'n enerzijds op 'micro-nivo' op de negatie-
ve gevolgen van het niet hebben van (betaald) werk en het
moeten leven van een uitkering, anderzijds wordt getracht
structurele arbeidsmogelijkheden te stimuleren of te cre-
eren, het zogenaamde 'macro-nivo
De negatieve gevolgen van het niet hebben van (bet_aald)
werk, worden vooral tegengegaan door deze mensen vrijwilli
gerswerk te bieden, dat zowel maatschappelijk zinvol is
als gericht op het herstelhet behoud, en een verdere
ontwikkeling van de arbeidsgeschiktneid. De Vrijwilligers
Werk Centrale Noord Friesland richt zich daarmee voorna-
melijk op de eiser, die worden gesteld ten aanzien van