Een van deze onderdelen betreft de wijze waarop de mogelijkheden
voor een veredelingstak bij agrarische bedrijven buiten de aan-
gegeven zone rondom de kernen en het weidevogelgebied is geregeld.
In het besteminingsplan is door u een regeling opgenomen die bij
recht een tak van veredeling bij agrarische bedrijven toestaat van
maximaal 100 m2Wil men meer dan zal van geval tôt geval bekeken
worden of van de bevoegdheid gebruik gemaakt zal worden de bestem-
ming te wijzigen in een bijzonder agrarisch bedrijf.
Mede op grond van recente Kroonuitspraken wordt de regeling voor
de landbouw te beperkend geacht. Ook loopt de regeling niet geheel
in de pas met het Streekplan. Het is om deze redenen dat gedepu-
teerde staten de goedkeuring hebben onthouden aan de begripsom-
schrijvingen van agrarische en bijzondere agrarische bedrijven.
In hun ogen dienen deze begrippen zodanig te worden aangepast dat
bij gewone agrarische bedrijven buiten de kernrandzones bij recht
een veredelingstak van bijvoorbeeld 600 m2 is toegestaan.
Hierover zijn wij van mening dat hoedanook voorkomen moet worden
dat zich in het landbouwgebied waartoe het buitengebied van
Leeuwarderadeel behoort, ontwikkelingen zullen gaan voordoen die
leiden tôt zogenaamde "Brabantse" toestanden. Met de door gede
puteerde staten voorgestane regeling wordt het mogelijk dat bij
ieder gewoon agrarisch bedrijf buiten de kernrandzone een tak
van verdeling plaatsvindt tôt een oppervlakte van 600 m2.
Via het instrumentarium van de Hinderwet en kennelijk verwachte
ontwikkelingen in de wetgeving ten aanzien van meststoffen zal
van deze mogelijkheid geen onevenredig nadelige invloeden in de
ruimtelijke invulling van het buitengebied mogen worden verwacht.
Zeker baren de thans aan de gang zijnde ontwikkelingen als pro-
duktiebeperkende maatregelen voor de boeren ook ons zorgen.
Aan de andere kant dient onderkend te worden dat niet ten koste
van ailes onbeperkte mogelijkheden geschapen kunnen worden voor
de agrarische bedrijfsuitoefeningDe uitgangspunten en doelstel-
lingen van een goede ruimtelijke ordening nopen daartoe. Het eigen
karakter van de kleibouwstreek dient naar onze mening gekultiveerd
te worden.
Dan ook schoorvoetend stellen wij voor, wanneer gedeputeerde sta
ten stellen dat zulks voortvloeit uit inzichten op ons hoogste
Rijksnivoin dezen de Kroon, alsmede uit het provinciaal beleid
zoals in het Streekplan verwoord staat, als gemeente een op dit
punt aannemende houding te betrekken en ontwikkelingen daarom-
trent met grote belangstelling te volgen.
T.a.v. de plankaart hebben gedeputeerde staten besloten het in
rood aangegeven trace voor de aanleg van het gedeelte SI langs de
Bredyk voor wat betreft het onderdeel tussen Jelsum en Cornjum
niet goed te keuren. De reden daarvan is gelegen in de omstandig—
heid dat bepaald is dat dit gedeelte van het trace niet zal worden
gevolgd. Hierover merken wij op dat de besluitvorming omtrent het
exacte trace van de SI nog niet geheel is afgerond. Blijkens in-
formatie van provinciale zijde wordt ernaar gestreefd de voorbe-
reidende werkzaamheden in het begin van het 1987 af te ronden.
Ook aan een aantal voorschriften m.b.t. vrijstellingsmogelijkhe
den voor tweede agrarische bedrijfswoningen is de goedkeuring
onthouden.
3