Nr. 87/35.
OVERLEGVERORDENING
HOOFDSTUK I
Algemene bepalingen
Artikel 1
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
"de kommissie": de in artikel A 5, lid 1 van het Algemeen ambtenarenregle-
ment bedoelde kommissie voor georganiseerd overleg;
"de ambtenaren": de ambtenaren in de zin van het Algemeen ambtenarenregle-
ment en de werknemers in de zin van de Arbeidsovereenkomstenverordening;
"de organisaties"de plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke
verenigingen van overheidspersoneelaangesloten bij de centrales welke
zijn toegelaten tôt het centraal overleg met het Kollege voor Arbeidszaken
van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
2. De aan het slot van het vorige lid bedoelde centrales zijn: de Algemene
centrale van overheidspersoneel, de Christelijke centrale van overheids-
en onderwijzend personeel, het Ambtenarencentrum en de Centrale van mid-
delbare en hogere funktionarissen bij overheid en onderwijs CMHA.
HOOFDSTUK II
Samenstelling
Artikel 2
1. De kommissie is samengesteld uit een vertegenwoordiging van het gemeente-
bestuur en een vertegenwoordiging van de organisaties.
2. Voor de vertegenwoordiging van het gemeentebestuur wijzen burgemeester en
wethouders uit hun midden een vertegenwoordiger en diens plaatsvervanger
aan en doet de raad uit zijn midden aanwijzing van ten minste drie leden
en hun plaatsvervangers
3. Voor de vertegenwoordiging van de organisatie worden per centrale, bedoeld
in artikel 1, lid 2, twee leden en hun plaatsvervangers aangewezen.
Deze aanwijziging geschiedt door en uit de organisaties, welke ten minste—5
ambtenaren tôt haar leden tellen. Indien verschillende organisaties deel
uitmaken van een zelfde centrale, geldt het in de vorige zin bepaalde voor
deze organisaties gezamenlijk.
Artikel 3
1. De aanwijzing door burgemeester en wethouders en de raad geschiedt bij el-
ke nieuwe zittingsperiode van de raad en voorts telkens ter vervanging van
hen die ophouden lid van het kollege van burgemeester en wethouders of van
de raad te zijn.
1