2.2. Een inrichting waarin drukhouders worden gebezigd met
samengeperste gassen, ofwel tôt vloeistof verdichte, oan
wel in vloeistof opgeloste gassen, worden gebezigd, waar-
van de inhoud in liters van de gezamenlijke drukhouders:
meer bedraagt dan 30Q 1. doch minder dan 1500 1. f 170,—
meer bedraagt dan 1500 1. doch minder dan 12000 1. - 670,-
voor elke 1000 1. of deel daarvan meer J 170,--.
2.3. Een inrichting, anders dan bedoeld onder 2.4., waarin brand-
bare vloeistoffen worden gebezigd en/of opgeslagen in tanks,
vaten ed
a. bovengronds met een gezamenlijke inhoud van:
meer dan 500 1. doch minder dan 5.000 1. f 35,
meer dan 5.000 1. doch minder dan 50.000 1. - 170,--
meer dan 50.000 1. doch minder dan 100.000 1. - 335,
voor elke 10.000 1. of deel daarvan meer f 35,—
b. ondergronds met met een gezamenlijke inhoud van:
meer dan 500 1. doch minder dan 5.000 1. f 170,—
meer dan 5.000 1. doch minder dan 50.000 1. ~.35,
meer dan 50.000 1. doch minder dan 100.000 1. - 670,—
voor elke 10.000 1. of deel daarvan meer f 35,--.
2.4. Een inrichting waarin brandbare vloeistoffen worden gebezigd
en/of opgeslagen, waarvan het ontvlammingspuntbepaald met
het toestel van Abel-Pensky, bij een druk van 101325 Pa lager
is dan 55° 0, in tanks, vaten e.d.:
a. bovengronds met een gezamnelijke inhoud van:
meer dan 50 1. doch minder dan 500 1. f 35,
meer dan 500 1. doch minder dan 5.000 1. - 335,-
meer dan 5.000 1. doch minder dan 10.000 1. - 635,-
voor elke 1.000 1. of deel daarvan meer f 35,--.
b. ondergronds net met een gezamenlijke inhoud van:
meer dan 500 1. doch minder dan 5.000 1. j 170,
meer dan 5.000 1. doch minder dan 50.000 1. - -j5,-
meer dan 50.000 1. doch minder dan 100.000 1. - 670,
voor elke 10.000 1. of deel daarvan meer f 35,--.
2.5. Indien in een inrichting ondergrondse opslag van brandbare
vloeistoffen zowel conform 2.3. als 2.4. plaatsvindt dan
wordt het tarief berekend over het totale opgeslagen liters
brandbare vloeistoffen:
meer dan 500 1. doch minder dan 5.000 1. i7Q,
meer dan 5.000 1. doch minder dan 50.000 1. - 335,—
meer dan 50.000 1. doch minder dan 100.000 1. - 670,—
voor elke 10.000 1. of deel daarvan meer f 35,--.
2.6. Een inrichting waarin stookinstallaties, dan wel elek^rische
verwarmingsapparatuur of ovens, worden gebezigd met een ge
zamenlijk (thermiscn) vermogen (op onderwaarde) van:
meer dan 75 KW doch minder dan 600 KW i 85,—
meer oan 600 KW doch minder dan 2300 KW - 335,—
voor elke 600 KW of deel daarvan meer f 65,--.