- 2 -
De onderhavige regeling heeft ten doel de voor het overheidspersoneel
vervallen WWV-aanspraken, voor dat personeel te compenseren op de voet en
krachtens de voorwaarden van de WWV, zoals die wet luidde op de dag
voorafgaande aan de inwerkingtreding van de stelselherzienende maatregelen.
Dit betekent derhalve in beginsel een conservering van die aanspraken voor
het overheidspersoneel bij werkloosheid
Deze regeling heeft een tijdelijk karakter. Zij loopt af op 1 januari 1988,
zijnde de datum waarop, ingevolge het Kabinetsvoornemenhet
overheidspersoneel daadwerkelijk aan het stelsel van sociale zekerheid zou
dienen deel te nemen.
De regeling is bedoeld als een overgangsvoorziening en kan deswege niet als
een "verworven recht" worden beschouwd in het hiervoorbedoelde overleg. Het
interimkarakter van de regeling brengt tevens mee dat de voorkeur is
gegeven aan het onderbrengen van de bepalingen in een afzonderlijke
verordening en niet aan integratie van de bepalingen in de bestaande
ontslaguitkeringsregelingen
4. Financiering en uitvoering
In de memorie van toelichting op de nWW is aangegeven, dat bij de
berekening van de besparing die ontstaat door het vervallen van de WWV, is
afgezien van het besparingseffect als gevolg van de beëindiging van de
toetredingsraogelijkheid van arabtenaren tôt de WWV. Als reden voor het niet
opnemen van dat besparingseffect wordt daar vermeld dat in de ambtelijke
sfeer nadere compenserende maatregelen zullen worden getroffen (punt 5.5.3
van het financiële gedeelte memorie van toelichting nWW). De geldstroom van
het Rijk richting gemeenten ter bekostiging van de WWV zal voor zover deze
betrekking had op ex-overheidspersoneel met de totstandkoming van deze
regeling dan ook worden oragebogen naar de instanties die met de uitvoering
van de compenserende maatregelen zullen worden belast. Omdat de thans
voorliggende regeling getroffen wordt op de voet en de voorwaarden van de
WWV zal er een nieuwe geldstroom ontstaan richting provincies, gemeenten en
waterschappen ter bekostiging van deze regeling.
Voor wat de gemeenten betreft is aan de Raad voor de gemeentefinanciën
advies gevraagd hoe deze nieuwe geldstroom gestructureerd raoet worden en
hoe hoog het benodigde bedrag, toe te voegen aan de gemeentelijke
financiën, zal moeten zijn.
5. Inhoud van de regeling in grote lijnen en de verschillen met de WWV
De regeling heeft betrekking op het (gewezen) personeel. De onderhavige
regeling kan als een verlengstuk van de bestaande aanspraken worden gezien.
De regeling komt voor wat betreft het niveau van de aanspraken gemiddeld
overeen met de WWV zoals die luidde op de dag voorafgaande aan de datum van
inwerkingtreding van de nWW. De tekst van de WWV is niet letterlijk in de
regeling overgenomen. De reden daarvoor is dat de WWV andere uitgangspunten
en een ander begrippenapparaat kent dan de overheidsregelingen waarop de
WWV-vervangende regeling moet aansluiten. Voorts moest door de
noodzakelijke afgrenzing van de catégorie rechthebbenden tôt
overheidspersoneel de WWV-systematiek zodanig worden doorbroken, dat het
zonder meer toepassen van de oorspronkelijke WWV-bepalingen niet mogelijk
is gebleken.