- 6 - voor het overheidspersoneel geldende situaties - zoals doorbetaling van ezo iging wegens ziekte na ontslag - opgenomen, die dat recht op uitkering als het ware opschorten. Om diezelfde reden is er geen behoefte aan de in de WWV voorkomende bepalingen inzake uitsluiting van het recht op uitkering wegens werkloosheid ten gevolge van werkstaking of in verband met vakantieimmers, indien zich in de overheidsdienst een dergelijke situatie voordoetzal er geen sprake zijn van een ontslag en om die reden geen recht op uitkering ontstaan. Indien gedurende het recht op uitkering sprake is van een vakantie waarvan de duur langer is dan gebruikelijk, is een maatregel op grond van artikel 7 mogelijk. Een bijzonder geval als bedoeld in het tweede lid kan bij voorbeeld zijn de situatie van een in het buitenland wonende ambtenaar die werkzaam is bij de Nederlandse overheid. In geval van werkloosheid zal er formeel geen recht bestaan op uitkering krachtens dit besluit, doch de internationale verdragen op het gebied van de sociale voorzieningen geven de betrokkene ook geen uitkeringsrechten in het land waar hij of zij woonachtig is. Die rechten worden namelijk uitsluitend verleend in geval er op grond van de Nederlandse dienstverhouding sprake was van een wettelijke verzekeringsplicht Artikel 7 De redactie van dit artikel komt in grote lijnen overeen met de redactie van de bepalingen inzake verval van recht en niet-uitbetalen van uitkering in de UitkeringsverordeningHet eerste lid houdt in dat de aanspraak op betaling van uitkering vervalt voor de duur dat niet wordt voldaan aan de m dat lid bedoelde verplichtingen. Toepassing van het tweede lid kan het recht op uitkering geheel of gedeeltelijk doen vervallen. In het algemene eel van deze toelichting is reeds aangegeven om welke reden hier is aigeweken van de desbetreffende bepalingen in de WWV. Daarnaast is het besluit van 29 december 1983 van de staatssecretaris van sociale zaken en werkgelegenheid tôt ontheffing van de inschrijvingsplicht bij het arbeidsbureau voor werklozen van 57,5 jaar en ouder verwerkt in de tekst van onderdeel b van het eerste lid. Het vijfde lid is opgenomen om regulerend te kunnen optreden teneinde te bereiken dat, indien uit de uitvoeringspraktijk blijkt dat zich veel gelijksoortige situaties voordoen, de bepalingen van dit artikel in die situaties gelijk worden toegepast. Artikel 8 Zoals in de toelichting op artikel 3 is aangegeven, worden de minimumaanspraken voor de verschillende categorieën van uitkeringsgerechtigden in dit artikel geregeld. Dit betekent ook voor wat betreft de minimumbepalingen aansluiting op de bezoldigingssystematiek van de overheid, zij het dat de inhoud van de aanspraken afwijkt van die in de WWV. De reden van die afwijking alsmede de mate waann is afgeweken, is vermeld in het algemene deel van de toelichting. In afwijking van de WWV-bepalingen betreft de minimumaanspraak brutobedragen. Hiermee wordt voorkomen dat in de sfeer van de uitvoering een tngewikkelde en tijdrovende toetsing en berekening zou moeten plaatsvinden. Bovendien wordt hiermee ingehaakt op recente ontwikkelingen op het terrein van de sociale zekerheid (ToeslagenwetStb. 1986, 562) die inhouden dat wordt overgestapt van de netto- naar de

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1987 | | pagina 46