- 11 - 3. Degene als bedoeld in artikel 3, lid 1, van deze verordening is vrijgesteld van de in lid 1 en lid 2 van dat artikel vervatte verplichting tôt schriftelijke kennisgeving, voor zover voor de onderwerpelijk lozingen vergunning of ontheffing is verleend krachtens de Lozingsverordening riolering van 1978. 4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraaj. om een vergunning of ontheffing- hoe ook genaamd- op grond van de Lozingsveror dening riolering van 1978 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeen- komstige bepaling van deze verordening toegepast. 5. Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een vergunning, onthef fing, voorschrift of beperking, bedoeld in het eerste of tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 30 vierde lid is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de Lozingsverordening riolering van 1978. 6. De vergunning, ontheffing of het voorschrift of de beperking, bedoeld in het eerste of tweede lid blijft, onverminderd het in het eerste en tweede bepaalde, van kracht totdat onherroepelijk is beslist op een beroep- of bezwaarschrift, bedoeld in het vijfde lid. Artikel 31 Aanhalingstitel Deze verordening kan worden aangehaald onder te titel "Lozingsverordening riolering 19 Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Leeuwarderadeel in zijn openbare vergadering van 29 oktober 1987, de secretaris, de_j£Qprzitter, (T.P. van Deutekom) (H. Boschma) 2 NQV M87 Op in 2-voud ter kennisneming gezonden naar Gedeputeerde Staten en in afschrift aan de d.g.w. 71

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1987 | | pagina 63