- 25 - 920Kwijtscheldingsbeleid (P.v.d.A.) In het beleidsdeel wordt in het kort ingegaan op het kwi j tscheldingsbeleid.MJitgangspunt is een raadsbesluit van februari 1984. Januari 1986 is er een bescheiden uitbreiding d.m.v. een folder aan toegevoegd om een breder publiek te bereiken. Het besluit van '84 bevat een element wat niet met de huidige situatie overeen komt t.a.v. de onroerendgoed- belasting. Volgens het besluit wordt bij een kwijtscheldingsaanvraag van de O.G.B. een bepaald vermogen buiten beschouwing gelaten door de Rijksbelasting De situatie is echter, dat de norm gehanteerd wordt waarbij men kijkt naar het aanwezige (kas)geld met een maximum van f 1.5 00, Er is dus geen sprake van een buiten beschouwing laten van vermogen of spaartegoed. In hetzelfde besluit wordt tevens de mogelijkheid aangegeven van een aanvullende afschrijving door de gemeente bij afwijzing van een 0GB-kwijtschelding- aanvraag door de Rijksbelasting N.a.v. het bovenstaande de volgende vragen: a. Is het collège i.v.m. bovenstaande met ons van mening dat genoemd besluit aangepast moet worden aan de huidige gehanteerde normeringen m.b.t. onroerend-goed- belasting? b. dat bêlastingplichtigen in kennis moeten worden gesteld van deze wijziging en op de hoogte gebracht moeten worden van de mogelijkheid tôt aanvulling door de gemeente? c. dat een folder zoals in '86 daar een uitstekend middel voor is? Antwoord B. en W. Bij de vaststelling van het afschrijvingsbeleid in februari 1984 werd bepaald, dat de kriteria welke de rijksbelastingdienst aanhoudt bij de beoordeling van on- dermeer verzoeken om afschrijving van de onroerend-goedbe- lastingen, ook door ons zouden worden gehanteerd. Dit werd gedaan om te voorkomen dat voor de afschrijving van gemeentelijke belastingen verschillende maatstaven zouden gelden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1987 | | pagina 141