- 4 -
Artikel 13 Bericht van aanstelling
1 De vrijwilliger ontvangt bij indiensttreding zo spoedig mogelijk - bij voor-
keur vôôr de datum van indiensttreding -kosteloos een schriftelijk bericht
van aanstelling.
2 Het bericht van aanstelling vermeldt:
a. de naam, voomamen, geboorteplaats en geboortedatum van de vrijwil
liger;
b. of de vrijwilliger vast of tijdelijk wordt aangesteld;
c. de dag met ingang waarvan de vrijwilliger is aangesteld dan wel een
omschrijving of aanduiding van die dag;
d. de rang en de vergoeding welke de vrijwilliger worden toegekend;
e. indien de aanstelling tijdelijk is, een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding
van die tijd.
3 Aile wijzigingen in de punten vermeld in het tweede lid, sub b t/m e, worden
de vrijwilliger ten spoedigste kosteloos schriftelijk medegedeeld.
Artikel 14 Vergoeding
Aan de vrijwilliger wordt binnen het kader van een afzonderlijk vastgestelde
verordening een vergoeding toegekend.
Artikel 15 Beschikbaarheid en militaire dienst
1 De vrijwilliger die ingevolge wettelijke verplichting in werkelijke militaire
dienst is, wordt geacht niet beschikbaar te zijn.
2 Indien en voor zover de période van werkelijke militaire dienst van de
vrijwilliger meer dan twee maanden is, heeft hij gedurende deze période
geen recht op de aan zijn rang verbonden vaste vergoeding.
3 Indien de in het vorige lid bedoelde vrijwilliger uit dien hoofde ambtenaar
is in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet,1 geniet hij gedurende
de in dat lid bedoelde période de aan zijn rang verbonden vaste vergoeding
tôt een bedrag dat gelijk is aan het op hem te verhalen gedeelte van de
pensioenbijdrage.
1. Met ingang van 1 januari 1980 is de vrijwilliger die na deze datum in dienst is getreden,
uitgesloten van het ambtenaarschap in de zin van deze wet (KB van 1-8-1979, Stb. 471).
HOOFDSTUK III BEVORDERING
Artikel 16 Bevordering tôt brandwacht
Voor bevordering tôt brandwacht komt in aanmerking de adspirant-brandwacht
die:
a. een diensttijd in de rang van adspirant-brandwacht heeft van ten minste
één jaar;
b. het examen voor de rang van brandwacht, ten overstaan van de door de
minister van binnenlandse zaken ingestelde beoordelingscommissie met
goed gevolg heeft afgelegd;
c. naar het oordeel van burgemeester en wethouders voor de rang van brand
wacht geschikt is. - 5 -