Artikel 59 Ontslagbesluit
- 14 -
Het besluit van burgemeester en wethouders tôt het verlenen van ontslag wordt
op schrift gesteld, met vermelding van de datum van ingang van het ontslag
dan wel een omschrijving of aanduiding van die datum, alsmede nauwkeurig
de grond waarop het ontslag berust.
Artikel 60 Ontslag op eigen verzoek en aanhouden ontslag
1 Indien de vrijwilliger ontslag verzoekt, wordt hem dit eervol verleend.
2 Dit ontslag wordt niet verleend met ingang van een datum gelegen binnen
een maand dan wel later dan drie maanden na de datum waarop het verzoek
om ontslag is ingekomen.
3 Indien de vrijwilliger dit verzoekt, kan van het bepaalde in het tweede lid
worden afgeweken.
4 Indien een stratrechtehjke vervolging tegen de vrijwilliger aanhangig is, ot
indien overwogen wordt hem in aanmerking te brengen voor disciplinaire
straf, kan het nemen van een beslissing op een verzoek om ontslag worden
aangehouden totdat de uitspraak van de strafrechter of de beslissing inzake
de disciplinaire straf onherroepelijk is geworden.
Artikel 61 Ongevraagd ontslag
Burgemeester en wethouders verlenen de vrijwilliger ongevraagd eervol
ontslag op grond van het bereikt hebben van de 55-jarige leeftijd. Dit
ontslag gaat in op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de
leeftijd van 55 jaar is bereikt.
I De ingangsdatum van het in het vorige lid bedoelde ontslag kan telkens
met een période van één jaar worden opgeschort, indien zulks door burge
meester en wethouders in het belang van de dienst wordt geacht en:
a. de vrijwilliger zulks heeft verzocht of daarmede instemt en
b. de vrijwilliger blijkens het ingewonnen advies van een door burgemeester
en wethouders aangewezen geneeskundige, lichamelijk en psychisch in
staat kan worden geacht zijn werkzaamheden te blijven verrichten.
Bedoelde opschorting eindigt in ieder geval op de eerste dag van de
maand volgende op die waarin de leeftijd is bereikt zoals vermeld in
artikel 3, lid 1, sub a van de Wet uitkering wegens vrijwillig vervroegd
uittreden (Stb. 1984, 273).
3 Niettemin kunnen burgemeester en wethouders aan de vrijwilliger die tus-
sentijds blijkens het advies van een door burgemeester en wethouders aan
gewezen geneeskundige ongeschikt is geworden voor het verder verrichten
van werkzaamheden, eervol ontslag verlenen met ingang van de eerste van
de maand volgende op die waarin bedoeld advies door burgemeester en
wethouders ter kennis van de vrijwilliger is gebracht.
- 15 -