Aile taken en bevoegdheden in het kader van deze regeling, die niet aan het
dagelijks bestuur of de voorzitter zijn opgedragen, behoren aan het alge
meen bestuur.
IV. Het dagelijks bestuur.
Artikel 10
1. Het dagelijks bestuur bestaat uit een voorzitter en twee leden, door het
algemeen bestuur uit zijn midden te benoemen.
2. Als voorzitter van het dagelijks bestuur fungeert de voorzitter van het
algemeen bestuur.
Artikel 11
De leden van het dagelijks bestuur treden als lid van dat bestuur af op de
dag waarop de zittingsperiode voor de leden van het algemeen bestuur af-
loopt. Zij blijven hun functie evenwel waarnemen tôt het tijdstip waarop
het algemeen bestuur uit zijn midden een nieuw dagelijks bestuur heeft be-
noemd
Artikel 12
1Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig
oordeeltr of zulks schriftelijk door een lid van het dagelijks bestuur
onder opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht.
2. Indien het dagelijks bestuur of de voorzitter het nodig oordeelt, kunnen
ee'n of meer deskundigen uitgenodigd worden om aan de beraadslagingen
deel te nemen. Zij hebben een adviserende stem.
Arfjkçl 1?
1. Het dagelijks bestuur is belast met:
a. de voorbereiding van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter over-
weging en beslissing zal worden voorgelegd;
b. de uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur;
c. de uitvoering van de krachtens artikel 5 aan het dagelijks bestuur
opgedragen taken.
V. De voorzitter
-4-