1. Het geldelijk beheer en de boekhouding worden ingericht naar door het dagelijks bestuur vast te stellen richtlijnen of voorschriften. 2. Ten aanzien van de contrôle op het geldelijk beheer en de boekhouding zijn de artikelen 265 bis tôt en met 265 sexies van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Begroting Artikel 21 1. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks een ontwerp-begroting op, alsmede een meerjarenraming voor een aansluitend tijdvak van tenminste vier jaren. Zowel de ontwerp-begroting als de meerjarenraming worden voor 1 april aan de raden toegezonden. De ramingen in de ontwerpbegroting en de meerjarenraming worden toegelicht. 2. De ontwerp-begroting wordt door de zorg van de collèges voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 238, derde lid, van de gemeentewet is van overeenkom stige toepassing. 3. De raden kunnen binnen twee maanden na toezending van de ontwerp-begro ting het dagelijks bestuur van hun gevoelen doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. 4. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast voor 1 juli van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor de begroting moet dienen. 5. Terstond na de vaststelling zendt het algemeen bestuur de begroting, zo nodig, aan de raden. Deze kunnen van hun gevoelen doen blijken bij gedeputeerde staten. 6. Het dagelijks bestuur zendt de begroting terstond na de vaststelling aan gedeputeerde staten ter goedkeuring. Van de beslissing van gedeputeerde staten doet het dagelijks bestuur mededeling aan de raden. 7. In de begroting wordt voor elke gemeente voor het jaar waarop de begro ting betrekking heeft de verschuldigde bijdrage aangegeven. 8. Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde bijdrage wordt het nadelig saldo volgens de begroting over de gemeenten verdeeld naar ver- houding van het inwonertal van de gemeenten op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vast stelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door het Cen- -7-

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1987 | | pagina 53