- 5 - Tijdstippen van ontstaan van de belastingschuld en van de beta- ling Artikel 13 1. De belastingschuld van de rechten als bedoeld in artikel 10 on- der 1 t/m 6 onstaat bij de aanvang van het belastingjaar, of in dien een bedrijfspand dan wel een bedrijfscontainer in de loop van het belastingjaar in gebruik wordt genomen, bij de aanvang van dat gebruik. 2. De belastingschuld van de rechten als bedoeld in artikel 10 on- der 7 en artikel 11 ontstaat bij de aanvang van het verlenen van de gevraagde dienst of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen 3. De rechten welke bij wege van aanslag worden geheven zijn invor- derbaar in twee termijnen, welke vervallen respektievelijk één en drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet 4. De rechten welke bij nota worden geheven zijn invorderbaar in eén termijn vervallende één maand na de dagtekening van de no ta HOOFDSTUK IV - ALGEP1ENE BEPALIMGEN Belastingjaar Artikel 14 Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Aanvang belastingplicht in de loop van het belastingjaar Artikel 15 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aan- vangt, wordt de heffing, bedoeld in artikel 5 en worden de rech ten, bedoeld in artikel 10 onder 1 t/m 6 geheven over zoveel twaalfde gedeelten als na de aanvang van de belastingplicht nog voile kalendermaanden in het belastingjaar overblijven. Dntheffing ingeval van beëindiging van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar Artikel 16 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de in- gevolge de artikelen 5 en 10 onder 1 t/m 6, berekende bedragen, als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog voile kalendermaanden overblijven. Inwerkingtreding en citeerartikel Artikel 17 1Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin de Koninklijke goedkeuring is verleend, met dien verstande dat de heffing bedoeld in arti kel 5 en de rechten bedoeld in artikel 10 en onder 1 t/m 6 voor het eerst worden geheven met ingang van het belastingjaar 1980. - 6 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1987 | | pagina 129