Ten aanzien van de vervolgopleidingen zal een beroep op de post
"Nieuw beleid" moeten worden gedaan.
Het gemiddelde tekort per leerling voor deze vervolgopleiding wordt
door de Stichting Muziekschool Het Bildt op f 400,per leerling per
jaar geraamd.
Dit betekent dat voor een bijdrage van f 8.000,20 leerlingen een
vervolgopleiding zouden kunnen krijgen, waarbij evenwel wel dient te
worden opgemerkt dat deze bijdrage niet direkt beschikbaar behoeft te
zijn.
Uitgaande van een toelatingsgrens van 5 leerlingen per jaar zal deze
bijdrage in 4 jaar kunnen worden opgebouwd.
Het eerste jaar zal er ruimte zijn voor 5 eerste-jaars leerlingen,
het tweede jaar voor 5 eerste- en 5 tweede-jaars leerlingen, het
derde jaar voor 5 eerste, 5 tweede- en 5 derde-jaars leerlingen, enz.
Gevolg van dit beleid zal wel zijn dat er vrijwel zeker met
wachtlijsten zal moeten worden gewerkt.
Immers een onbeperkte toelating zal met een tôt f 8.000,beperkt
budget onhaalbaar zijn.
Toch mag worden gesteld dat met het voorgaande een aanzet tôt een
gestruktureerd vervolgmuziekonderwijsbeleid wordt gekreëerd.
Met voornoemde regeling voor het vervolg muziekonderwijsbeleid voor
individueel muziekonderwijs via een muziekschool zal er ook een
wijziging in het huidige beleid ten opzichte van de
muziekverenigingen moeten plaatsvinden.
Op dit moment wordt de subsidiering aan de muziekverenigingen in het
kader van de opleidingen beperkt tôt het A.- en het B.-nivo: het zgn.
"instandhoudingssubsidie" (zie bij "Amateuristische kunstbeoefening"
- bladzijde 6
De opleidingen voor het C.- en D.-nivo worden als specifieke
(individuele) opleidingen aangemerkt.
Ook deze subsidiering zal bij de eerdergenoemde beleidswijziging ten
aanzien van het individueel muziekonderwijs moeten worden bijgesteld.
Informatie bij het fanfare-, tamboer- en lyrakorps "Studio" heeft
geleerd dat het tekort voor de opleidingen voor het C.- en D.-nivo op
f 200,per leerling per jaar kan worden gesteld.
Ook hierbij zou derhalve middels een gelimiteerde bijdrage een
redelijk beleid tôt stand kunnen worden gebracht.
Gedacht zou kunnen worden aan een maximale bijdrage van f 4.000,
evenals bij het individueel muziekonderwijs aan de muziekschool op te
bouwen in een viertal jaren.
Konkluderend kan worden gesteld dat op basis van onderstaand
financieel overzicht een reeel gemeentelijk muziekonderwijsbeleid tôt
stand zou kunnen worden gebracht.
Jaara.m.v.individueel mu- muziekver.: totaal:
ziekonderwijs
1988 f 1.000,— f 2.000,— f 1.000,— f 4.000,-
1989 - 1.000,— - 4.000,— - 2.000,— - 7.000,-
1990 - 1.000,— - 6.000,— - 3.000,— - 10.000,-
1991 e.v. - 1.000,— - 8.000,— - 4.000,— - 13.000,-
23