keuze in deze, immers nooit van de ene op de andere dag kunnen worden
gerealiseerd. Welk beleid ook wordt gekozen een aanloopperiode kan
nooit worden voorkomen.
Een beleid moet immers groeien.
Uitgaande van dit gegeven zou bij het hiervoor genoemde alternatief
aan een kunst- en kultuurbeleid kunnen worden gedacht waarbij vanuit
het huidige beleid (in principe dus niets) tôt een peil dat zowel
inhoudelijk als financieel als het maximaal haalbare wordt ervaren
wordt gewerkt.
Zowel inhoudelijk als financieel wordt een gemeentelijk kunst- en
kultuurbeleid dan opgebouwd.
Voor het opstarten van een dergelijk groeiend beleid zou ten aanzien
van het financiele gedeelte vooreerst aan alleen een
aktviteitenbudget kunnen worden gedacht. Met dit aktiviteitenbudget
zou, middels een (jaarlijks) aktiviteitenprogramma, een gemeentelijk
kunst- en kultuurbeleid kunnen worden ontwikkeld.
Als mogelijk einddoel kan hierbij dan worden gedacht aan een
beleid opgebouwd uit (een aantal van) de navolgende aktiviteiten:
exposities;
manifestaties; en
levensopdrachten.
Dit ailes, zo mogelijk, als onderdeel van een totaal gemeentelijk
welzijnsbeleid uitgewerkt in een Beleidsnota "Kunst en Kultuur".
De hoogte van het aktiviteitenbudget zou voor het eerste jaar op f
1.500,kunnen worden bepaald.
Dit budget moet in principe voldoende zijn om een eerste stap op weg
naar een gestruktureerd gemeentelijk kunst- en kultuurbeleid te
zetten. De praktijk zal t.z.t. moeten leren in hoeverre er in deze in
de toekomst een budgetkorrektie dient plaats te vinden. Het
aktiviteitenbudget dient ten laste van de post "Nieuw beleid" te
worden gebracht.
Ten aanzien van de ondersteuning van het voornoemde kunst- en
kultuurbeleid lijkt de voorkeur te moeten uitgaan naar een orgaan dat
in het bijzonder uitvoerend is gericht.
Immers een goed funktionerend kunst- en kultuurbeleid staat en valt,
zoals in het verleden ook al is gebleken, met een duidelijk
uitvoerend orgaan. Beleidsmatig maakt het kunst- en kultuurbeleid
deel uit van het totale welzijnsbeleid, en daarme het
"Welzijnsprogramma" en de verantwoordelijkheden van de Beleidskommis-
sie Welzijnszaken.
Voor het uitvoerend werk wordt hierbij evenwel niets geregeld en
bestaat de kans dat hetzelfde gebeurt als een aantal jaren geleden;
het varzenden van gedachten/ideeen door het ontbreken van een
uitvoeringsstruktuur
Middels een verruiming van het huidige takenpakket alsmede een uit-
breiding van het ledental met twee/drie leden op persoonlijke titel
met belangstelling voor het kulturele/kunstzinnige gebeuren in de
gemeente Leeuwarderadeel zou de huidige Gemeentelijke Advieskommissie
26