gemakkelijker ontmoetingen tôt stand (zouden) kunnen komen.
De média zouden hierbij een belangrijke roi kunnen spelen door geen
stereotyperingen van bejaarden meer te geven. Vaak wordt dit
negatieve beeld van ouderen opgehangen aan verminderde lichamelijke
vermogens.
Ons huidige kultuurpatroon vertoont een duidelijke overwaardering van
de lichamelijke kwaliteit.
Aan ouderen worden dan ook maar al te vaak geen taken meer
toevertrouwd waaraan zij nog een duidelijke roi, inkomen, prestige of
status kunnen ontlenen. Toch zijn ouderen belangrijk om
levenservaring en specifieke kennis over te dragen.
Ouderenparticipatie, in welke vorm dat ook, is erg belangrijk, zowel
voor de ouderen zelf als ook voor anderen.
Het idee dat bejaarden het beste uit waren via verzorging in een mooi
bejaardenhuis was in de zestiger jaren voor velen, ouderen en
jongeren, heel gewoon.
Ouderen die hun hele levens hard hadden gewerkt konden eindelijk van
hun welverdiende rust en een onbezorgde (verzorgde) oude dag
genieten. Basis van dit idee was dat het steeds moeilijker werd om
bejaarde ouders in opgroeiende gezinnen op te nemen:
a. enerzijds door de veranderingen binnen de gezinsvorm in de laatste
jaren; en
b. anderzijds door de beperkende bouwvormen.
Bejaarden werden daardoor maar al te vaak naar de rand van de
samenleving gedrongen. Zij lieten zich dat evenwel ook vaak
welgevallen. Gelukkig is men daarvan de laatste jaren teruggekomen en
zijn ook de ouderen zich gaan emanciperen. Zij willen zelf bepalen
wat ze doen en laten en weigeren zich een door anderen bepaalde roi
in de samenleving te laten aanpraten. De ouderen willen, terecht, als
autonome volwassenen tegemoet worden getreden. Dit laatste krijgt nog
een extra accent door de betere gezondheidstoestand van ouderen
vergeleken met vroeger.
Ouderen kiezen vaker zelf bewust voor het behoud van hun
zelfstandigheid zolang dit kan.
Voornoemde ontwikkelingen zijn van Rijkswege aanleiding geweest om
een "Flankerend Ouderenbeleid" te ontwikkelen. Eind 1983 werd
hiervoor door de Minister van W.V.C. een nota "Flankerend
Bejaardenbeleid" uitgebracht. Flankerend bejaardenbeleid wordt
hierbij omschreven als:
aile voorzieningen die het mogelijk maken dat ouderen langer
zelfstandig kunnen wonen en funktioneren.
Op basis van dit gegeven zijn sinds 1985 van Rijkswege financiële
middelen voor het ontwikkelen van een beleid in deze beschikbaar
gesteld. Geen overweldigende bedragen maar toch bedragen waarmee in
principe iets van de grond gebracht zou kunnen worden. De verdeling
van deze Rijksmiddelen werd bij de provincies ondergebrachtDe
provincies kregen in deze een belangrijke, adviserende en
34