de orde. Woontussenvoorziening De formulering van punt 20. op bladzijde 1.: het handhaven en bevorderen van de mogelijkheden voor ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. omvat niet allen het flankerend ouderenbeleid maar ook een geheel fenomeen binnen het gemeentelijk welzijnsbeleid: de woontussenvoorzieningen. Als voorbeelden hiervan zijn te noemen: servicekosten en tuinonderhoud van aanleunwoningen bij een verzorgingstehuis Tôt op heden werd deze voorziening rechtstreeks door het Ministerie van W.V.C. gesubsidieerd. Per 1 januari 1987 maakt deze voorziening evenwel ook deel uit van de nieuwe "Welzijnswet" en zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het beleid in deze. Verhuurders die op grond van het Interimbesluit woontussenvoorzieningen tôt 1987 subsidie ontvingen van het Ministerie van W.V.C. zullen zich vanaf 1 januari 1987 tôt de gemeente moeten wenden. De gemeente is in beginsel vrij zelfstandig te bepalen of en hoeveel subsidie zij voor dergelijke voorzieningen wil geven. Dit laatste echter met de aantekening dat gemeenten krachtens artikel 37., tweede lid, van de nieuwe "Welzijnswet" verplicht zijn om voor bewoners, ten behoeve van wie per 31 december 1986 een w.t.v.-subsidie werd verleend, aan de verhuurder subsidie te blijven verstrekken op een zodanige wijze dat de voorziening aan de bewoners op gelijke voet als in 1986 kan worden voortgezet. Uit een door het Rijk aan onze gemeente gezonden overzicht blijkt dat voor de woontussenvoorzieningen voor de gemeente Leeuwarderadeel voor 1987 een bedrag van f 13.690,beschikbaar. Dit subsidie werd uitbetaald aan het verzorgingstehuis "Skilhiem". Voor 1988 zal naar verwachting eenzelfde bedrag beschikbaar zijn. Uitgaande van deze bedragen zal in de komende jaren derhalve een beleid moeten worden ontwikkeld, waarbijgezien de formulering van artikel 37., tweede lid, van de nieuwe "Welzijnswet" in de eerste jaren moet worden voortgebouwd op het bestaande beleid (zie de voorgaande alinéa) Konkreet betekent dit dat er met name in de eerste jaren weinig ruimte voor nieuw beleid zal zijn. Dit overziende kan dan ook worden gesteld dat het wenselijk is het huidige (Rijks)woontussenvoorzieningenbeleid onverkort tôt b.v. 1 januari 1989 uit te voeren (een soort overgangsperiode waarin wellicht incidenteel ruimte voor nieuwe aanvragen/verzoeken/ontwikkelingen kan worden ingeruimd) en de tussenliggende tijd te gebruiken voor het ontwikkelen van, zowel een inhoudelijk als financieel beleid, in deze. 39

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1987 | | pagina 81