- 6 -
HOOFDSTUK A: ALGEMENE BEPALINGEN EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel A 1.
Begripsbepa- Deze verordening verstaat onder:
lingen.
1weg:
a. hetgeen artikel 1, onder 1e, van de
Wegenverkeerswet daaronder verstaat;
b. de - al dan niet met enige beperking - voor
publiek toegankelijke plaatsen;
c. de - al dan niet met enige beperking - voor
publiek toe-gankelijke trottoirs, stoepen,
gallerijen en trappehuizen van flatge-
bouwen, portieken, woon- en parkeerdekken
en aanlegplaatsen voor boten.
Voor de toepassing van de artikelen C 2 tôt en
met C 20 wordt onder weg niet verstaan hetgeen
het vermelde onder b. en c. daaronder ver
staat.
2. openbaar water:
a. aile wateren die in de regel voor de alge-
mene dienst bestemd of - al dan niet met
enige beperking - voor publiek toegankelijk
zijn;
b. de langs die wateren aanwezige kademuren,
beschoeiingen, bermen en glooiingen.
3» bebouwde kom:
de bebouwde kom of kommen waarvan gedeputeerde
staten de grenzen hebben vastgesteld overeen-
komstig artikel 8 van de Wegenverkeerswet;
4rechthebbende
ieder die over enig goed enige zeggenschap
heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk
recht, of daarover enige feitelijke
zeggenschap heeft.
5. voertuigen:
aile voertuigen, met uitzondering van:
a. treinen en trams;
b. kruiwagens, kinderwagens en dergelijke
kleine voertuigen.