- 8 - 2. Bij de aanvraag moeten de ter beoordeling daar- van benodigde bescheiden worden overgelegd. 3» Het administratief orgaan kan nadere regels stellen omtrent de inhoud, de inrichting, de uitvoering, de vorm, het aantal en de wijze van indiening van de vergunningsaanvraag en de in lid 2 bedoelde bescheiden. Artikel A 3. Ongenoegzaam- heid van inge- diende beschei den. 1Indien de aanvraag en de overige bescheiden niet voldoen aan de in of krachtens artikel A.2. gestelde eis of nadere regelen, wordt de aanvrager van de vergunning of ontheffing in de gelegenheid gesteld binnen twee weken de aanvraag aan te vullen of te verbeteren. 2. Indien de aanvrager van de in het voorgaande lid bedoelde gelegenheid geen gebruik maakt, kan hij in zijn aanvraag niet-ontvankelijk wor den verklaard. Van deze beslissing wordt z.s.m. schriftelijk aan de vrager mededeling gedaan, onder terugzending van de ingediende bescheiden. Artikel A 4. Beslissings- termijn. 1. Het administratief orgaan beslist omtrent een aanvraag om vergunning of ontheffing binnen twee maanden na de dag, waarop de aanvraag ont- vangen is. 2. Het kan zijn beslissing voor ten hoogste twee maanden verdagen. Van het besluit tôt verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager van de vergunning of ontheffing. 3. Een aanvraag om vergunning of ontheffing wordt geacht te zijn afgewezen, wanneer hierop niet binnen de in dit artikel genoemde termijn een beslissing is genomen. Artikel A 5. Vorm vergun- Een krachtens deze verordening verleende vergun ning of ont- ning of ontheffing is slechts van kracht, indien heffing. zij schriftelijk is gegeven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1988 | | pagina 122