- 23 -
Onderafdeling 2. Orde op en aan de wateren.
Par. 1. Bescherming van de wateren.
Artikel C 27.
Beschadigen
van water-
staatswerken
1Onverminderd het bepaalde in het Wetboek van
Strafrecht en het Binnenvaart politiereglement
i3 het zonder daartoe gerechtigd te zijn ver-
boden schade toe te brengen aan of veranderin-
gen aan te brengen in de toestand van enig bij
de gemeente in beheer of onderhoud zijnd open-
baar water of enig werk over, langs of in dat
wa ter.
2. Het i3 verboden in andere gevallen dan waarin
artikel 424 van het Wetboek van Strafrecht van
toepassing is;
a. een kabel, touw, ketting, tros of anker vast
te maken aan een bij de gemeente in beheer
en onderhoud zijnde brug, voor de openbare
dienst bestemde paal of zuil of ander voor
het bevestigen van een vaartuig kennelijk
niet bestemd kunstwerk dan wel aan een de
gemeente toebehorende boom of struik;
b. in of over een water, in beheer en onderhoud
bij de gemeente, of een deel van een zodanig
water dan wel op of over een bij een zodanig
water behorend kunstwerk een kabel, touw,
ketting, tros, draad, buis, elektrische
geleiding of enig ander voorwerp te spannen,
te leggen of te hebben;
3. Het in het tweede lid, onder b, vervatte verbod
geldt niet voor het spannen, leggen of hebben
van een kabel, touw, ketting, tros of draad ten
behoeve van het meren of ankeren van een vaar
tuig, indien het verkeer te land of te water
daarvan geen hinder ondervindt.
4. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing
verlenen van de in het eerste en het tweede lid
omschreven verboden.
Artikel C 28.
Aanleggen 1Het is aan daartoe niet gerechtigden verboden
werken over, enig werk aan te leggen over, langs of in een
langs of in bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde
het water vaart, haven, sluis, dijk, wal of trekpad te
veranderen.