- 67 -
Artikel C 33.
De redactie is aldus gekozen om hinder- en
milieuoverlast tegen te gaan.
Artikel C 36.
Artikel 51 van het Règlement op de wateren in de
provincie Friesland bepaalt in het eerste lid:
1Het ia verboden voorwerpen, stoffen, materia-
len, afval enz. op of in de wallen van een
vaart te plaatsen, werpen, leggen of hebben, op
zodanige wijze dat gevaar bestaat voor het te
water geraken daarvan.
Ingevolge het tweede lid is deze bepaling, behalve
op de bij de provincie in onderhoud en beheer
zijnde waterstaatswerken, ook van toepassing op:
a. de overige wateren die voor de scheepvaart
openstaan;
b. de watergangen.
Een soortgelijk gemeentelijk verbod lijkt dus niet
nodig. Artikel C 36 kan overigens naast artikel 51
van het Waterenreglement Friesland bestaan. Het
motief is hier, de los- en laadplaats niet onnodig
in beslag te doen nemen (met als bijkomende beweeg-
reden het tegengaan van te zware belasting van de
kade en de walmuren), terwijl dat van bedoeld
artikel 51 moet zijn verondieping en vervuiling
van een vaarwater te voorkomen. Onder de in het 1e
lid onder e vermelde agressieve stoffen worden
verstaan hoogovenslakken, slakkenzand, onverpakte
kunstmest en dergelijke.
Artikel C 38.
Dit artikel beoogt - hetgeen mede blijkt uit de
plaats in de onderafdeling Orde op en aan de wa
teren - de veiligheid en orde op en aan het water
te handhaven.
Om het bedoelde gevaar te bestrijden is het niet
voldoende het verbod te beperken tôt "openbaar
water", doch zal het zich moeten uitstrekken tôt
aile hiermede in open verbinding staand
(particulier) water. Ook eventueel bij de provin
cie in onderhoud en beheer zijnd water - gelegen
binnen de gemeentegrenzen - moet onder het gemeen
telijk verbod worden begrepen. (Er bestaat geen
overeenkomstig provinciaal verbod).