- 83-
HOOFDSTUK F.
Artikel F 1
De provinciale Verordening opschriften en opslag-
plaatsen legt eveneens het hebben van "opschriften
en opslagplaatsen" aan banden. Artikel 2, eerste
lid, van die verordening bepaald echter dat zij
niet van toepassing is binnen meer dan 5000 in-
woners tellende bebouwde kommen, voor zover daar
gemeentelijke verbodsbepalingen van gelijke of
overeenkomstige strekken van kracht zijn. De re-
dactie van artikel F 1 is dan ook op afgestemd dat
zij alleen behoort te gelden voor de bebouwde
kommen.
Elke gemeente dient derhalve allereerst na te gaan
in hoeverre voor deze bepalingen - naast de pro
vinciale verordening - in de eigen a.p.v. ruimte
is. In elk geval geldt voor elke gemeente dat
buiten de (eventueel aanwezige) bebouwde kom(men)
de bepalingen van de provinciale verordening van
kracht zijn.
Ook de provinciale verordening wijst als "bebouwde
kom" dat gedeelte van de gemeente aan, waarvan de
grenzen door gedeputeerde 3taten ingevolge artikel
8 van de Wegenverkeerswet zijn vastgesteld - ver-
gelijk artikel A 1In verband met de grondwette-
lijke bepalingen is dit artikel beperkt tôt han-
delsreclame. Gekozen is in het 2e lid onder e voor
een algemene omschrijving van de grootte van de
aankondiging. Daarbij gaan de gedachten uit naar
een oppervlakte van 0,35 m2.
Artikel F 2.
In vele gemeenten heeft zich het probleem voorge-
daan dat goede en voor permanente bewoning ge-
schikte woningen werden verkocht als z.g.n. 2e
woning. Niet alleen werden zo goede woningen aan
de schaarse woningvoorraad onttrokken, doch tevens
werd afbreuk gedaan aan de leefbaarheid van de
omgeving en het aanzien van de straat. Immers deze
recreatiewoningen werden slechts in de week-enden
en enkele vacantieweken bewoond en waren voor de
rest van de tijd vaak geblindeerd, in ieder geval
onbewoond. De ontworpen bepaling is gemaakt om het
probleem te kunnen bestrijden. Een soortgelijke
bepaling is door de rechter in een gemeente ver-
bindend verklaard.