- 93 Ad II 3a, b en c. Betreden van woningen, andere gebouwen en terreinen bij opsporing. De algemene regeling is vervat in de artikelen 55, tweede lid en 120-123 van het wetboek van straf- vordering. Een spéciale regeling geldt, voor de opsporing van de gemeentelijke bepalingen die gebaseerd zijn op de afvalstoffenwet, de wet geluidhinder en artikel 437 van het Wetboek van strafrecht. Wat betreft de opsporing van overtredingen van op de wet geluidhin der gebaseerde gemeentelijke bepalingen kan erop gewezen worden dat artikel 178 van deze wet deze overtredingen bestempelt tôt delict als bedoeld in de wet op de Economische Delicten. Artikel 17 van deze wet wijst - zoals reeds eerder gezegd - de opsporingsambtenaren aan, terwijl in artikel 20 de binnentredingsgrondslag is vervat. Overtreding van krachtens de afvalstoffenwet vastgestelde gemeen teli Jke bepalingen is evenwel niet verklaard, tôt economische delict. Deze wet bevat geen "blnnentredingsartikel" waar het betreft opsporing van strafbare feiten. Waar het gaat om de betre- ding van terreinen en van gebouwen anders dan woningen, kan de binnentredingsgrondslag bij opspo ring gebaseerd worden op artikel 71 van de afval stoffenwet. ("Wie het meerdere mag, mag ook het mindere". Het artikel handelt over binnentreden in het kader van toezicht). - Als degenen "die met de zorg voor de naleving daarvan zijn belast of daaraan moeten medewer- ken "zijn aan te merken; a. de opsporingsambtenaren, die en voor zover zij zijn belast met de opsporing van over tredingen van de APV; b. degenen die en voorzover zij zijn belast met uitvoering van politiedwang of die en voor zover zij anderszins belast zijn met daad- werkelijke uitvoering toezicht op de naleving) van de APV. Artikel H 4. - Volgens artikel 200 van de gemeentewet ge- schiedt de afkondiging, nadat het in artikel 198, tweede lid, bedoelde bericht van ontvangst is ingekomen, tenzij dit inhoudt dat gedepu- teerde staten de schorsing of vemietiging van de verordening aan de Kroon hebben verzocht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1988 | | pagina 205