2. Degene die op grand van het bepaalde in artikel 11, lid 3, op de in het voorgaande lid be-
doelde lijst is ingeschreven, kan geen dagplaats worden toegewezen zo lang zijn ouder
vergunninghouder van een vaste plaats is.
3. Indien voor de markt een regeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening ge-
houden bij toepassing van het bepaalde in het eerste lid, overeenkomstig door burge-
meester en wethouders vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.
Artikel 18
De inschrijving op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst van gegadigaen voor een dagplaats
wordt doorgehaald:
a. op verzoek van de ingeschrevene;
b. bij overlijden van de ingeschrevene;
c. wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, bedoeld in artikel 11,
lid 2 of lid 3;
d. indien de ingeschrevene niet tenminste eenmaal per drie weken een plaats op de markt
inneemt of zich bij de marktmeester heeft aangemeld en getracht heeft een dagplaats te
verkrijgen, tenzij het bepaalde in de artikelen 17, lid 2. 21, 22 en 23 van toepassing is;
e. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is afgegeven, tenzij
hij die vergunning niet aanvaardt op grand van een door burgemeester en wethouders
geldig geachte reden.
Artikel 19
1. Het is uitsluitend op daartoe aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker op
te treden.
2. Onder standwerker wordt verstaan de marktkoopman die publiek om zich verzamelt, een
het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over het door hem te verkopen artikel en
tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tôt aankoop daarvan te bewegen.
3. De toewijzing van standwerkerspiaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders
per marktdag af te geven vergunningen. Genoemde afgifte geschiedt bij loting ter bepa-
ling van de volgorde waarin gegadigden een plaats kiezen, zulks met inachtneming van
de wijze van werken.
4. Tôt de loting voor een vergunning voor een standwerkersplaats kunnen slechts worden
toegelaten marktkooplieden die handelingsbekwaam zijn en aantonen dat zij voldoen aan
de in artikel 12, lid 1, sub a. en c., gestelde eisen, onverminderd het bepaalde in artikel
12, lid 2 en 3, met dien verstande, dat allereerst tôt de loting worden toegelaten:
a. door het Centraal Regïstratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker gere-
gistreerde personen, van wie gebleken is dat zij in de uitoefening van de markthandel
uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden;
dat eerst nadien tôt de loting worden toegelaten:
b. andere marktkooplieden die door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-
Ambacht als standwerker geregistreerd zijn of in het bezit zijn van een geldig voorlopig
standwerkersbewijs en ten aanzien van wie niet gebleken is dat zij op een standwer
kersplaats niet daadwerkelijk actief zijn als standwerker.
5. Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een ver
gunning voor een standwerkersplaats loten en gezamenlijk slechts één soort artikel op de
voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden.
De betrokkenen dienen zulks vôor de loting aan de marktmeester kenbaar te maken met
vermelding van het te verhandelen artikel.
6. Indien de omstandigheden op de markt daartoe aanleiding geven, kunnen burgemeester
en wethouders beperkingen stellen aan het aantal af te geven vergunningen voor stand
werkerspiaatsen per artikelengroep.
7. Een standwerker mag de aan hem toegewezen plaats niet te zamen met een ander benut-
ten, waaronder mede wordt verstaan dat hij zich niet door een ander mag doen aflossen.
Het bovenstaande geldt niet voor degenen bedoeld in het vijfde lid van dit artikel.
6