9 LEEUWARDERADEEL GEMEENTE Agendapunt 9» Voorstelnr. 88/ 61. Onderverpi Stiens, 17 mal 1988. Standplaatsvergunningen en ventvergunningen Aan de gemeenteraad In uw vergadering van 17 december 1987 is aan de orde geweest de materie met betrekking tôt het verlenen van standplaatsvergunningen en ventvergunningen. Wij hebben u toen toegezegd met een uitgewerkt beleid ten aanzien van de vergunningverlening bij u terug te komen. In het model van de u aangeboden herziening van de Algemene Politie Verordening wordt in hoofdstuk G uitgebreid ingegaan op de vergunning verlening bij standplaatsen en bij het venten. Deze bepalingen geven echter geen mogelijkheden om het aantal te verlenen vergunningen te beperken, tenzij het in het belang is van de openbare orde, van de verkeersveiligheid, van de zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente of wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consumenten ter plaatse in gevaar komt. In dit laatste geval dient dan wel te worden aangetoond dat de weigering van de vergunning is gebaseerd op een deugdelijk bedrijfs-economisch onderzoek. Eén mogelijkheid om toch regelend te kunnen optreden staat nog open. En die houdt in dat ter bescherming van de openbare orde een maximum aantal uit te geven vergunningen door ons wordt vastgesteld. Dit met de motivering dat de openbare orde niet gediend is met een wildgroei van het aantal ambulante handelaren en venters. De Afdeling Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat de ambulante handel en het venten op deze wijze niet absoluut verboden kunnen worden. De Afdeling Rechtspraak onderzoekt ook of het vastgestelde maximum inderdaad is gericht op bescherming van de openbare orde of slechts is ingegeven uit protectie-overwegingen. Ons kollege kan benevens een maximum aantal vergunningen ook nadere criteria vaststellen voor een rechtvaardige verdeling over de verschillende branches van het vastgestelde aantal. Bij deze criteria mag het behoefte-element in die zin een roi spelen, dat het aantal plaatselijke winkeliers in een bepaalde branche mede bepalend is voor het antwoord op de vraag hoeveel vergunningen voor deze specifieke branche kunnen worden afgegeven. Ons kollege kan bijvoorbeeld in een beleidsnota aangegeven hoeveel vergunningen zij maximaal af zal geven, onderscheiden naar plaats, tijd en branche. -2-

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1988 | | pagina 231