3 -
ArtiV.elsgewijze toelichting
Artikel 2
In dit artikel is gebruik gemaakt van de in het vierde lid van artikel 34
RGS geboden vrijstellingsmogelijkheid.
De vrijstellingsregeling geldt voor het afleveren en ter aflevering aanwezig
houden van vuurwerk als bedoeld in de lijst van vuurwerken, letter E,
tôt een maximumhoeveelheid van 2 kg. Het gaat hier om vrij onschuldig
vuurwerk als klappertjes en wonderkaarsendat - mits niet in grote hoeveel-
heden - zonder bezwaar gedurende het gehele jaar verkrijgbaar kan worden
gesteld.
In de algemene toelichting is reeds aangegeven waarom geen vrijstellings-
reaeling is opgenomen voor het zwaardere vuurwerk van de letters A tôt
en met D van de lijst van vuurwerken.
Artikel 3
Deze bepaling is gegrond op artikel 37, tweede lid, van het RGS.
Op grond van deze bepaling zullen jongeren die assisteren bij de verkoop
van vuurwerk doorgaans ouder moeten zijn dan 14 jaardit gezien het bepaal
de in artikel 9 van de Arbeidswet 1919. De leeftijdsgrens voor personen aan
wie is toegestaan, aevaarlijk vuurwerk te leveren, is gewijzigd van 14 tôt
16 jaar (art. 3, lid b)De ervaring heeft geleerd, dat juist personen
jonger dan 16 jaar zich vaak aan het hinderlijk afsteken van vuurwerk
schuldig maken. Ook het afleveren van het vuurwerk dient voortaan door
personen die ten minste 16 jaar zijn, te geschieden. Gezien de korte période
dat dit vuurwerk in de handel mag zijn, kunnen onzes inziens de vuurwerk
verkopende winkeliers die jong personeel in dienst hebben, hiervan nauwe-
lijks nadeel ondervinden.
Voor de onder a. genoemde vuurwerken is een aparté regeling ontworpen, omdat
deze van aile in de lijst van vuurwerken genoemde vuurwerken het meest
onschuldig van aard zijn.
Artikel 4
Deze bepaling is gegrond op artikel 44 van het RGS en - voor zover het
gaat om het bezigen van vuurwerk tôt een hoeveelheid van 2 kg - op arti
kel 168 van de gemeentewet (zie artikel 4, eerste lid, sub f, van het
RGS en artikel 22 van de WGS)
Onder het in het eerste lid gestelde verbod zijn niet begrepen de onder
letter E van de lijst van vuurwerken genoemde vuurwerken, omdat deze,
zoals eerder opgemerkt, vrij onschuldig van aard zijn. Zoals reeds vermeld
in de algemene toelichting is het gewenst dat de in het tweede lid vermelde
data - 1 januari daargelaten - parallel lopen met de voor het afleveren en
het per aflevering aanwezig houden geldende data.
Ter tegemoetkoming aan de nachtrust van de burgers wordt in artikel .4
het bezigen van vuurwerk slechts toegestaan tijdens de aangegeven uren.
Artikel 5
Deze bepaling is evenals artikel 3 gegrond op artikel 44 van het RGS en
artikel 168 van de gemeentewet.
De in het tweede lid vervatte bepaling maakt het mogelijk om, afgezien
van het bepaalde in artikel 4, op te treden tegen het bezigen van vuurwerk
in bijvoorbeeld een promenade, een passage, een portiek of een volksver-
zameling
In het bijzonder in geval van "gevaar" lijkt het nodig de mogelijkheid
te hebben om tegen het bezigen van vuurwerk op te treden, ook wanneer
dit bezigen ingevolge de overige vuurwerkbepalingen geoorloofd is.
Het critérium "schade" kan uitkomst bieden wanneer er geen sprake is van
gevaar of overlast, een situatie die zich bijvoorbeeld kan voordoen indien
een vrijstaand "tweede" huis - in onbewoonde staat - brandschade lijdt
of dreigt te gaan lijden door het bezigen van vuurwerk.