lï Si 6 1 - 11 s E 2 o s S- s 2 5 2 5 5 °- 5 a 5 r, ?2 5 E 2 5 2 g S Titel I Begnpsbepalingen Artikel 1 In dit hoofdstuk wordt verstaan onder T3 c 2 3 <o r- a •z. -n c o 03 "O C o N "c/) S c c 03 N §>2 c -0 r— TJ geluidhinder geluidhinder in de zin van artikel 1 van de Wet geluidhin- der, te weten gevaar, schade of hinder, als gevolg van geluid: geluidsapparaab gcluidsapparacn in de zin ian aitikeii van de Wet goluidhinaor. to woton oon apparent bestemd or mede bestemd ^uui hct^» voortbrongon van goluidi toestal: toestel in de zin van artikel 1 van de Wet geluidhinder, te weten een geluidsapparaat. dan wel een toestel dat bij gebruik anders dan door menseiijke energie geluidhinder kan veroorzaken, een luchtvaartuig daaronder niet begrepen; recreatie-innchting: een recreatie-inrichting in de zin van artikel 1 van de Wet geluidhinder, te weten een inrichting, bestemd of mede bestemd voor recreatiedoeleinden. ten aanzien waarvan de Hinderwet met van toepassing is: Inrichtingenbesluit: het Besluit recreatie-inrichtingen Wet geluidhinder (Stb. 1981, nr. 687); horeca-innchting: een recreatie-innchting in de zin van de artikelen 1 en 11onder a, van de Wet geluidhinder, te weten een inrichting waarin een bednjf of werkzaamheid, als bedoeld in artikel 3. eerste lid. onder a of c, van de Drank- en horecawet wordt uitgeoefend; houder van een horeca-mnchting: hij die als eigenaar, bednjfsleider. beheerder of anderszins een horeca-innchting inncht of drijft; bestaande recreatie-/horeca-innchting: recreatie-/horeca-innchting die op het tijdstip van in werking treden van dit hoofdstuk wordt of is ingencht. dan wel wordt gedreven en daarna niet wordt gewijzigd of uitgebreid. ta <u —0 w 03 ^5 03 Q. CL en S c 3 2 Q) <3) O) <D 03 03 w 03 -C en 73 0) Oî CD <d 03 o 2 03 JC 03 C 0) o "O 03 -Û c 03 03 03 03 C en 03 T3 w Oï'= c r c 2 O 5 3 .2 o) 03 O CD Oï 2 O "O CL- Q. en _3 O) C M O) 03 2 CNJ *- w Q. en 73 *5 c w 3 3 d a c c c -• E c 2 2 o ©.Ex I-O O) E M ai ci ci Titel II Bestnjding geluidhinder van recreatie-inrichtingen (categoneen g t/m i Innchtingenbesluit) Artikel 2 Verbod tôt innchten of dhjven Het is verboden een recreatie-innchting, behorende tôt een van de categoneen g t/m i van het Innchtingenoesluit, in te nchten of te drijven zonder schnftelijke vergunning van burgemeester en wethouders. dan wel in strijd met de aan deze vergunning verbonden voorschnften. Artikel 3 Vergunningaanvraag 1. Voor het verkrijgen van de vergunning moet een schnftelijke aan- vraag worden ingediend bij burgemeester en wethouders door degene die voomemens is een recreatie-innchting in te nchten of te drijven. 2. Bij de vergunningaanvraag moeten de ter beoordeling daarvan benodiqde tekemngen an ovenge bescheiden worden overgeiegd, waaronder een beschnjving van de te verwacriten geluidproduktie van de recreatie-mncnting en van de maatregelen die de aanvrager zal nemen ter beperking of voorkoming van geluidhinder, 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de inhoud. de inrichting, de uitvoenng, de vorm. het aantal en de wijze van indiening van de vergunningaanvraag en de in het tweede lid bedoelde bescheiden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1988 | | pagina 37