- H 6. Onder bezoekers worden ten aanzien van de toepassing van het vierde en vijfde lid niet verstaan: a. de gezinsleden van degene die de recreatie-innchting inricht of drijft. zomede diens buitensnuis wonende bloed- en aanverwan- ten; b. de personen wier tegenwoordigheid in de recreatie-innchting wegens dringende omstandigheden wordt vereist. 7. Een beschikking tôt sluiting is met redenen omkleed: zij wordt niet genomen dan nadat de houder van de vergunning in de gelegenheid is gesteld zijn oordeel daaromtrent kenoaar te maken. Artikel 11 Bestaande recreatie-inncntingen 1Op het innchten of dnjven van een bestaande recreane-inrichting is het in artikel 2 gestelde verbod niet van toeoassing: a. gedurende drie maanden na het in werking treden van artikel 2; b. ook na de onder a. bedoeide termijn, voor zover degene die de recreatie-innchting inncht of drijft. binnen deze termijn een ver- gunningaanvraag, als bedoeld in artikel 3. heeft ingediend. totdat onherroepelijk op de veraunningaanvraag is beslist. '2, In het geval bedoeld onder lid 1, sub b, zijn op de vergunningaan- vraag de artikelen 3 tôt en met 9 van overeenkomstige toeoassing.' 3. Indien de gevraagde vergunning wordt geweigerd. stellen burge- meester en wethouders de aanvrager een redelijke termijn om het innchten of dnjven van de recreatie-innchting waarvoor vergunning is aangevraagd. te beéindigen. A. Burgemeester en wethouders kunnen gedurende de période, als bedoeld in het eerste lid. onder a. of b.. dan wel als bedoeld in het derde lid. degene die een recreatie-innchting inncnt of drijft. aanschnjven de door hen in die aanschnjvmg vermelde voorzienmgen te treffen, indien de toestand van de innchting, in veroand met de belangen die dit hoofdstuk beoogt te behartigen. dat noodzakelijk maakt. Degene tôt wie de aanschnjving is gencht, is verplicht deze op te volgen. 5. Burgemeester en wethouders kunnen een bestaande recreatie-in nchting geheel of gedeeltelijk gesloten verklaren, indien degene die de innchting inncht of dnjft. geen vergunnmgaanvraag heeft ingediend binnen de in het eerste lid bedoeide termijn van dne maanden of niet heeft voldaan aan de aanschnjving, ais bedoeld in het vierde lid. Artikel 10, met uitzondenng van het eerste lid, eerste volzin, is van overeenkomstige toepassing. Titel III Besthjding geluidhindervan recreade-innchtingen (categoneèn a t/m f, Innchdngenbesluit) Artikel 12 Regels voor het innchten of dnjven 1. Het inrichten of drijven van een recreatie-inrichting, behorende tôt een van de categoneèn a t/m f van het Inrichtingenbesluit. moet zodanig geoeuren dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geen geluidhinder wordt veroorzaakt. 2. Indien het innchten of drijven geoeurt in stnjd met het beoaalde in het eerste lid, zijn burgemeester en wethouders bevoegd degene die de innchting inncht of dnjft. aan te schnjven tôt het treffen van maatregelen ter voorkoming of ter beperking van deze geluidhinder. Degene tôt wie de aanschnjving is gênent, is verplicht deze op te volgen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1988 | | pagina 40