5
|V.
LEEUWARDERADEEL
GEMEENTE
Agendapunt: 5«
Voorstelnr.: 88/88
Stiens, 15 september 1988
Onderwerp
vaststelllng wijziging bestemmingsplan
"Stiens-industrieterrein"
Aan
de gemeenteraad
Vanaf 13 juli 1988 heeft gedurende een maand een ontwerp van een wijziging
van het bestemmingsplan "Stiens-industrieterrein" ter inzage gelegen. Het
betreft hier een aanpassing van de voorschriften waardoor zogenaamde A-in-
richtingen zich niet meer op het industrieterrein kunnen vestigen.
De overwegingen om tôt aanpassing van de voorschriften te komen vinden hun
oorsprong in de plaatsbepaling en begrenzing van het nieuwe plan "It Heech-
hôf". Gelet op de ligging van het industrieterrein ten opzichte van de nieuwe
woonwijk is het gewenst deze laatste te vrijwaren van ongewenste geluidsover-
last. Een aanpassing van de voorschriften met als doel zogenaamde A-inrich-
tingen te weren ligt danook voor de hand. A-inrichtingen zijn die inrichtin-
gen die een zodanige geluidsproduktie veroorzaken dat woningen in de direkte
omgeving daarvan geïsoleerd dienen te worden.
Op het industrieterrein zijn geen A-inrichtingen aanwezig; ook zijn er geen
bedrijven waarvan kan worden verwacht dat hun bedrijfsvoering zich zal ont-
wikkelen tôt een A-inrichting
Van de mogelijkheid om tegen het ontwerpplan bezwaren in te dienen is door
mevrouw D. Dijkman, Buerefinne 1 te Stiens gebruik gemaakt.
Mevrouw Dijkman stelt in haar bezwaarschrift dat wijziging van het bestem
mingsplan tôt gevolg zal hebben dat het gritstraalbedrijf van haar buurman,
de heer J.L. Bos, zich niet meer op het industrieterrein zal kunnen vestigen.
Wij achten deze stelling niet juist. Wijziging van het bestemmingsplan beoogt
het weren van zogenaamde A-inrichtingen. In de Wet Geluidhinderbesluit ka-
tegorie A-inrichtingen, wordt omschreven welke inrichtingen als A-inrichtingen
moeten worden beschouwd. Veelal gaat het daarbij niet uitsluitend om het bin-
nen die bedrijven gevoerde bedrijfsproces maar meer om de omvang daarvan. In
de opsomming van A-inrichtingen komen gritstraalbedrijven ook niet voor.
Voorzover het betreft het bedrijfsonderdeel voor de konstruktie van het bedrijf
van de heer Bos, dan zou het pas een A-inrichting zijn wanneer het niet in een
gesloten gebouw ondergebrachte produktie-oppervlakte 2000 m2 of groter is. De
omvang van het bedrijf van de heer Bos maakt de vrees van mevrouw Dijkman en
derhalve ook haar geuite bezwaar naar onze mening ongegrond.
Wij stellen u voor tôt vaststelling van de wijziging van het bestemmingsplan
"Stiens-industrieterrein" over te gaan onder ongegrondverklaring van het inge-
diende bezwaarschrift
thouders van Leeuwarderadeel,
de burgemeester
Burgemeest^T^
de secretaris.
H. BOSCHMA