3
Artikei 17
Het lidmaatschap \an de leden, bedoeld in artikei 15, tweede iid, onder b. eindigt
a. met ingang \an de le januari volgend op het periodieke aftreden van de leden
bedoeld in artikei 15, tweede iid, onder a;
b. wanneer de aanwijzing tussentijds wordt ingetrokken.
Artikei 18
1. Voor de aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur worden de gemeen-
ten verdeeld in vijf groepen, namelijk
a. gemeenten met minder dan
b. gemeenten met 15.000
c. gemeenten met 25.000
d. gemeenten met 50.000
e. gemeenten met meer dan
15.000 inwoners;
25.000 inwoners;
50.000 inwoners;
80.000 inwoners;
80.000 inwoners.
Voor de bepaling van het aantal inwoners is artikei 4, eerste iid, der gemeente-
wet van toepassing.
3. Elke groep wordt vertegenwoordigd door een iid. Het opstellen van de ontwerp-
raadsbesluiten \oor de in artikei 16, eerste iid bedoelde aanwijzing geschiedt in
een aigemene vergadering van de Vereniging van Friese Gemeenten op voor-
dracht van het bestuur van die vereniging, zo spoedig mogeiijk na de periodieke
verkiezing van de leden van de raden der gemeenten. Vindt in die aigemene
vergadering met betrekking tôt de in de ontwerp-raadsbesluiten te vermelden
personen een verkiezing plaats, dan geschiedt deze in iedere onder a tôt en met
e van het eerste Iid genoemde kategorie bij volstrekte meerderheid der geldig
uitgebrachte stemmen; elke gemeente brengt één stem uit. Indien niemand een
volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats,
waarbij degene die de meeste stemmen op zich heeft verenigd, gekozen is. Bij
een gelijk aantal stemmen wijst het bestuur van de Vereniging van Friese
Gemeenten door loting aan, wie is gekozen.
Artikei 19
1. Een iid, bedoeld in artikei 15, tweede Iid onder a, geeft aan een raad die hem
heeft aangewezen aile door die raad gevraagde inlichtingen, waarvan het
\erstrekken niet in strijd is met het openbaar belang. Indien het desbetreffende
Iid geen deel uitmaakt \an die raad vindt het vragen en verstrekken van
inlichtingen uitsluitend schriftelijk plaats.
2. Een iid, bedoeld in artikei 15, tweede Iid, onder a, kan door een raad die hem
heeft aangewezen ter verantwoording worden geroepen. Indien het betreffende
Iid geen deel uitmaakt van die raad vindt het ter verantwoording roeoen en het
afleggen daarvan uitsluitend schriftelijk plaats.
3. Een Iid, bedoeld in artikei 15, tweede Iid, onder a, kan door een raad die hem
heeft aangewezen, worden ontslagen, ingeval hij heeft opgehouden het vertrou-
wen van die raad te bezitten. Het ontslag gaat in uiterlijk 6 maanden nadat het
desbetreffende besluit is genomen. Ten aanzien van de vervulling van de
opengevailen plaats is artikei 18 van overeenkomstige toepassing.