3
Een en ander is afwijkend ten opzichte van de huidige IZA-regeiing waar de
voorzitter in het aigemeen van buiten de kring van de gemeenten of de centrales
afkomstig is. De nieuwe WGR sluit die mogeiijkheid echter uit.
Tensiotte is in het kader van een systematischer indeling van dit hoofdstuk
gekozen voor aparté paragrafen voor de sekretaris en de bestuursvergaderingen.
Onderdeel E
De hieronder opgenomen bepalingen met betrekking tôt het instituut hebben
alleen op enkele onderdelen een, door een gewijzigde benaming van bestuur in
aigemeen bestuur, redaktionele wijziging ondergaan.
Onderdeel F
Ten aanzien van de procédure rond de vaststelling van de begroting en rekening
van het openbaar lichaam, geeft de wet gedetailleerde aanwijzingen. Hoofdstuk
IX \an de regeling sluit op de bepalingen van de wet aan en legt de vaststellings-
datum op 1 juli voor zowel begroting als rekening.
Onderdeel G
Nu de centrales van overheidspersoneel formeel op een andere wijze in de IZA-
regeling participeren (zie ook toelichting bij onderdeel H) als voorheen, vloeit uit
artikei 1 van de wet voort dat aan de centrales ook een wijziging van de regeling
wordt voorgelegd. Aan de stem van een centrale wordt evenveel gewicht
toegekend als aan de stem van een gemiddelde gemeente.
Onderdeel H
Zoals reeds in de algemene toelichting werd aangegeven, is de IZA-regeling op
gezamenlijk initiatief van gemeenten en organisaties van overheidspersoneel tôt
stand gebracht. Deze gedeelde verantwoordelijkheid wordt ook tôt uitdrukking
gebracht in de bestuurlijke organisatie van het IZA. Het bestuur is vanouds
paritair samengesteld. De WGR van 1950 maakte een dergelijke bestuurssamen-
stelling op eenvoudige wijze mogelijk, door te bepaien dat inrichting en samen-
stelling van het bestuur bij de gemeenschappelijke regeling zelve moest worden
geregeld.
De bepalingen op dit punt in de wet van 1984 kennen daarentegen een minder
ruime formuiering.
De formuiering van artikei 13 van de wet, dat de leden van het aigemeen bestuur
worden aangewezen uit het midden van de raden der deelnemende gemeenten,
houdt in dat het niet zonder meer mogelijk is andere leden in het bestuur te
benoemen buiten de kring van de deelnemende gemeenten om.
Om de participatie van de organisaties veilig te stellen, dient een andere, zij het
omslachtige konstruktie te worden gekozen, namelijk via de weg van artikei 93
onder b. van de wet. Daarin wordt bepaald dat 3an een regeling kunnen
deelnemen "een of meer andere rechtspersonen indien zij bij een door Ons te
nemen besluit, dat in de Nederiandse Staatscourant wordt geplaatst, daartoe zijn
gemachtigd".
Op basis van de overeenstemming die bereikt is in het centraal overleg tussen
het Oollege voor Arbeidszaken van de VNG en de Centrales hebben de Centrales
inmiddels aan de Minister van Binnenlandse Zaken \erzocht te willen bevorderen
dat aan hen vorenbedoeide machtiging wordt verleend. De macntigingen zullen
aan Gedeputeerde Staten worden overgelegd bij het verzoek tôt goedkeuring \an
het wijzigingsbesluit.
Een en ander houdt voor de tekst van de [ZA-regeling in, dat in de regeling
bepalingen moeten worden opgenomen die de deeineming van de Centrales aan de
regeling mogelijk maken (op dit moment nemen de Centrales geen deei aan de
regeling, rnaar worden alleen vertegenwoordigers ervan benoemd in het bestuur).