De onder H voorgestelde tekst \an de IZ.A-regeling \oorziet in een toetredings-
mogelijkheid \an Centrales tôt de IZ.A-regeling. Zodra de wijziging \an de IZ.A-
regeling \an kracht wordt, treden de Centrales toe.
Zodra de toetreding heeft plaatsgevonden, kunnen de toegetreden Centrales
bestuursleden aanwijzen ten getale \an vijf, zodat de huidige situatie bestendigd
kan worden. Door toetreding kan worden voldaan aan het gestelde in de artikelen
1 en 13 van de wet.
Onderdeel I
Artikel 26 van de wet verplicnt tôt het opnemen van een bepaling waarbij een
gemeente wordt aangewezen die met de toezending van de regeling een wijziging
ervan en dergelijke aan Gedeputeerde Staten belast is.
Aangezien de regelingen niet meer in de Nederlandse Staatscourant bekend
gemaakt behoeven te worden en daarmee artikel 38 van de huidige regeling
vrijvalt is dit artikel gebruikt om aan bovengenoemde \erplichting te voldoen.
Gv erqanqsbepalinqen
Artikel II
Teneinde de kontinuFteit in de uitvoering te waarborgen, zijn overgangsbepa-
lingen opgenomen.
Aangezien in februari 1990 gemeenteraadsverkiezingen plaats hebben, zouden de
vertegenwoordigers van de centrales, die op grond van de nieuwe regeling in het
algemeen bestuur worden benoemd, hun lidmaatschap ai per 1 januari 1991 zien
eindigen. Het derde lid \an artikel II beoogt zulks te \oorkomen; zij houden
zitting tôt na de gemeenteraadsverkiezingen in 1994, derhalve tôt 1 januari 1993.
Slotbepalinqen
Artikel III en IV
Qmdat het wijzigingsbesluit voor een aantal artikelen een afwijkende nummering
kent, wordt het algemeen bestuur in dit artikel opgedragen na vaststelling en
goedkeuring van het wijzigingsbesluit te zorgen voor een doorlopende nummering
en juiste erwijzingen.