3 TOELICHTING De voorliggende wijziging van de IZA-regeling Friesland is het vervolg op de circulaire welke is toegezonden op 1 oktober 1986, over de specifieke gevolgen, die reorganisaties, waarbij taken en het daarbij betrokken personeel geheel of gedeeltelijk overgaan naar een andere rechtspersoon, teweeg brengen oor de kontinufteit van de ziektekostenregeling. In deze circulaire werd reeds aangekondigd dat een voorstel tôt wijziging van de IZA-regeling op dit punt in aantocht was. Het lag oorspronkeiijk in de bedoeling de procédure (5br 1 januari 1987 afgerond te hebben, maar met name door de komplexiteit van de materie en het daarbij behorende overleg heeft de voorbereiding langer geduurd. Het voorstel bevat een wijziging van hoofdstuk XII van de IZA-regeling. In de vigerende regeling gaat dit hoofdstuk over de toe- en uittreding van gemeenten. Het voorliggende voorstel voegt daaraan toe bepalingen over de verandering in de inrichting van een dienstonderdeel en plaatst deze bepalingen tezamen met die over de uittreding in eenzelfde kader. Deze keuze vioeit voort uit het feit dat beiden op dezelfde wijze de kontinuîteit en stabiliteit van de ziektekosten regeling aantasten, indien geen enkel rechtsgevolg aan de uittreding of reorga- nisatie zou worden gegeven. De reden van dit voorstel is gelegen in het feit dat de IZA-regeling in toenemende mate wordt gekonfronteerd met omvangrijke reorganisaties bij deelnemende gemeenten en met uittredingen en reorganisaties van (B3)-licha- men, waarvan het personeel tôt de IZA-regeling is toegelaten (de voorgestelde bepalingen zijn nu ook expliciet van ov ereenkomstige toepassing verklaard op deze lichamen). Voorbeelden van het eerste zijn de keuringsdiensten van waren, de gemeentelijke energiebedrijven, de loodsdiensten, e.d. Voorbeelden ten aanzien van de lichamen zijn ziekenhuizen, welzijnsinsteilingen, e.d. Gemeen- schappelijk kenmerk van al deze uittredingen en reorganisaties is het gegeven dat tenminste de betrokken post-aktieve ambtenaren en hun gezinsleden in het IZA bijven. Deze groep bestaat voor 93% uit ouderdoms- en invaliditeitsge- pensioneerden. De IZA-regeling kent een omslagstelsel gekenmerkt door o.a. solidariteit tussen gezonden en zieken, jongeren en ouderen, hoge en lage inkomens en kleine en grote gezinnen. Ouderen hebben gemiddeld meer ziektekosten en tevens een lager inkomen (dan in hun aktieve période) en daarom moeten de hoge lasten mede opgebracht worden door de andere groepen. Enige cijfers (1986) kosten opbrenqst saldo aktieve deelnemer 2.291 3.216 925 post-aktieve deelnemer 3.008 2.113 -2.895 gemiddeld 2.949 2.949 0 Konklusie er zijn ongeveer drie aktieven nodig om de "extra" kosten van één post-aktieve te dekken. Door genoemde uittredingen e.d. neemt alleen het aktievenbestand af en wordt de verhouding aktief/post-aktief ongunstiger. Dit heeft tôt gevolg dat deelne- mers en werkgevers (gemeenten en lichamen) die in de IZA-regeling blijven nu ook volledig de extra kosten van de post-aktieven van de uitgetreden gemeente of instelling moeten financieren, terwijl het uitgetreden orgaan zelf een voordeel heeft omdat die alleen een "gunstig" bestand aktieven te verzekeren overhoudt. De nieuwe ziektekostenverzekering van betrokkenen profiteert van het feit dat de zwaarste lasten elders zijn gelegd, ten koste van het IZA.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1988 | | pagina 65