De ook reeds door het Ministerie gesuggereerde voordelen, zoals een breder
aanbod, meer financiële mogelijkheden en een breder draagvlak vormden hier-
voor o.a. de basis. Daarnaast werd voor een aantal lokale projekten ook in
de praktijk ervaren dat deze projekten, zowel inhoudelijk als finan^ilelT
een te geringe omvang hebben.
Op basis van de voornoemde konstateringen wordt er op dit moment ambtelijk
binnen de Regio Friesland-Noord aan een (eventueel) bredere struktuur voor
de basisedukatie gewerkt.
In een drietal sub-regio's worden hiervoor de nodige initiatieven ontplooid.
De eerste sub-regio betreft de gemeente Harlingen, Franekeradeel, Menalduma-
deel> Het Bildt en Leeuwarderadeel, de tweede sub-regio de gemeenten Dongera-
deel, Dantumadeel en Kollumerland en de derde sub-regio de vier Waddeneilan-
den (Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog)De gemeente Leeuwar-
den wordt hierbij als een afzonderlijkevierde, sub-regio gezien.
De twee dan nog resterende Regio-gemeenten, Boarnsterhim en Ferwerderadeel,
hebben - voorzover op dit moment bekend - nog geen voorkeur uitgesproken
De voornoemde ontwikkelingen zijn een duidelijk teken dat een (sub)régionale
struktuur om verschillende redenen de voorkeur verdient.
Gevolg hiervan is dat ook voor 1989 bij het beleid van de overgangsjaren 1987
en 1988 zal moeten worden aangesloten. Dit, in tegenstelling tôt het gestelde
in de "Jaarprogrammas Basisedukatie 1987 en 1988".
De overgang van verschillende, kleinschaligelokale strukturen naar een (sub)
régionale struktuur is niet meer voor het "Jaarprogramma Basisedukatie 1989"
te realiseren. Zoals ook uit de voornoemde ambtelijke initiatieven blijkt, ver-
gen de voorbereidingen voor een (sub)régionale struktuur dermate veel tijd dat
hieraan nooit eerder dan in 1990 een invulling kan worden gegeven.
De voor de jaren 1987 en 1988 geldende overgangstermijn dient hiervoor minimaal
met één jaar te worden verlengd.
3Planning 1989
Gezien de bij 2. genoemde ontwikkelingen zal, gezien:
a. de thans opgebouwde kennis en ervaring ten aanzien van de basisedukatie bij
de Stichting S.K.W.L. (Instelling voor Basisedukatie); en
b. de gekonstateerde tijdrovende procedure(s) voor, de voorbereidingen van, één
(sub)régionale struktuur;
ook in 1989 vooreerst de huidige lokale struktuur worden gehandhaafd. De Stich
ting S.K.W.L. (Instelling voor Basisedukatie) stelt hiervoor - evenals in de
voorgaande jaren - weer een "Werkplan Basisedukatie" op.
Daarnaast zullen de besprekingen c.q. voorbereidingen voor één (sub)régionale
struktuur worden voortgezet.
4Budget
Voor het budget voor de basisedukatie is 1989 het eerste jaar van de zgn. vereve-
ning. Bij deze verevening wordt in een période van 5 jaar geleidelijk overgegaan
van de huidige historische financiering naar een financieringssysteem waarbij het
budget aan een aantal kriteria is gerelateerd.