23
Nr. 89/22
BIJLAGE 3.
Verordening tot regeling van de samenstelling, taak en werkwijze van
het Regionaal Edukatief Beraad in de gemeenten Franekeradeel, het
Bildt, Harlingen, Leeuwarderadeel en Menaldunadeel.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. beraad: het Regionaal Edukatief Beraad ex artikel 10 van de Rijks-
regeling Basisedukatie
b. de gemeenteraad: de gemeenteraad van de deelnemende individuele
gemeente
c. deelnemende gemeente: de in de Bestuursovereenkomst Basisedukatie
genoemde gemeenten;
d. rijksregeling: de Rijksregeling Basisedukatie;
e. bestuursovereenkomst: de bestuursovereenkomst tussen de deelnemen
de gemeenten;
f. bestuurlijk overleg: overleg tussen de kolleges van burgemeester
en wethouders van de deelnemende gemeenten;
g. programma: het programma als bedoeld in de artikelen 11 en 12 van
de Rijksregeling Basisedukatie.
h. de instelling: een door een rechtspersoon met volledige rechts-
voegdheid instand gehouden organisatorische eenheid, die de basis
edukatie verzorgt.
Artikel 2 Samenstelling van het beraad
1. Het beraad wordt ingesteld op grond van artikel 10 van de ri jks
regeling.
2. Het beraad telt 11 leden.
3. Burgemeester en wethouders benoemen per gemeente twee leden afkom-
stig uit de kring van:
- organisaties en instellingen die bij de uitvoering van basisedu
katie betrokkenen zijn;
- organisaties die anderszins belang hebben bij de basisedukatie.
4. De instelling voor de uitvoering van de basisedukatie benoemt £en
lid
5. De leden van het beraad worden op persoonlijke titel benoemd
6. Bij de benoeming van de leden van het beraad wordt rekening gehou
den met de pluriformiteit van de samenleving.
7. De leden van het beraad worden benoemd voor een tijdvak, dat
samenvalt met de zittingsperiode van de gemeenteraad.
8. Het lidmaatschap van het beraad eindigt voorts op eigen verzoek,
dat schriftelijk wordt ingediend bij burgemeester en wethouders.
Artikel 3 Taak
1. Het beraad heeft tot taak het voorbereiden van een ontwerp-pro-
gramma
2. Het orfcwerp-programma komt tot stand overeenkomstig de artikelen 3
en 4 van de Procedureverordening Basisedukatie en het gestelde
daaromtrent in de artikelen 3, 4 en 5 van de rijksregeling.
