Artikei 14
1. Bij de toewijzing van vaste plaatsen, waartoe op gezette tijden, doch tenminste eenmaal
per jaar wordt overgegaan, komen daarvoor allereerst in aanmerking de vergunninghou-
ders van vaste plaatsen die aan burgemeester en wethouders de wens te kennen hebben
gegeven van standplaats te willen veranderen, zuiks in voigorde waarin zij op de in artikel
13, lid 2, bedoelde lijst zijn ingeschreven.
2. Daarna komen in aanmerking degenen die zich op de in artikel 11. lid 1, bedoelde lijst
hebben laten inschrijven, zulks in voigorde van hun inschrijving op deze lijst.
3. Degene die op grond van artikel 11, lid 3, op de in het tweede lid van dit artikel bedoelde
lijst is ingeschreven, kan geen vaste plaats worden toegewezen zo lang het recht van zijn
ouder op een vaste plaats bestaat.
4. Indien voor de markt een indeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening ge-
houden bij toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden, overeenkomstig door
burgemeester en wethouders tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen
regelen.
5. Degenen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, kunnen alleen dan voor een vaste
plaats in aanmerking komen, indien zij zich tenminste drie maanden voor het bereiken
van genoemde leeftijd als gegadigde op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst hebben doen
inschrijven.
Artikel 15
1. De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken:
a. op verzoek van de vergunninghouder;
b. bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in lid 4 van dit artikei;
c. wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen, gesteld in artikel 12,
lid 1, onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid 2 en 3;
d. indien de vergunninghouder niet tenminste eenmaal per twee weken en tenminste ne-
gen maal per kwartaal zijn plaats op de markt inneemt. zulks met inachtneming van
het bepaalde in de artikelen 21, 22 en 23.
2. De vergunning voor een vaste plaats wordt eveneens ingetrokken van degene die, na het
bereiken van de 70-jarige leeftijd gedurende een tijdvak van vierentwintig achtereenvol-
gende maanden, van zijn recht op het innemen van een vaste plaats persoonlijk geen of
nagenoeg geen gebruik heeft kunnen maken.
3. Indien het bepaalde in de beide voorgaande leden toepassing vindt, wordt de inschrijving
op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst van vergunninghouders doorgehaald.
4. Bij het overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning voor de vaste plaats
overgeschreven op de overblijvende echtgenoot, indien een daartoe strekkend verzoek
binnen een maand na het overlijden bij burgemeester en wethouders wordt ingediend.
Indien de aanvrager bedoeld in de voorgaande alinea, vergunning heeft voor een andere
vaste plaats op dezelfde markt, wordt de vergunning voor die plaats ingetrokken. De in
schrijving op de lijst bedoeld in artikel 13, lid 2. wordt dienovereenkomstig gewijzigd.
Artikei 16
1. Degene aan wie een vergunning is afgegeven, dient deze plaats uiterlijk omT.v?uur bezet
te hebben, bij gebreke waarvan de betreffende plaats voor die dag als dagplaats wordt
aangemerkt.
2. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de vergunninghouder de
marktmeester vodr dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig
aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.
Artikel 17
1. Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient aanvrager op de in artikel 11, lid
1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Toewijzing van dagplaatsen geschiedt bij door bur
gemeester en wethouders at te geven vergunning op het in artikel 16. lid 1, genoemde
tijdstip. in voigorde van de datum van inschrijving op deze lijst.
5