Toelichting op de model-marktverordening Inleiding In een steeds groter aantal gemeenten in Nederland worden zgn. "Warenmarkten" gehou- den. Vele kooplieden bezoeken markten in meer dan een gemeente en de reeds lang be- staande behoefte om te komen tot een uniforme marktverordening, waarin de rechten en verplichtingen van de marktkooplieden zijn vastgelegd, doet zich dan ook hoe langer hoe meer gevoelen. In principe zouden voor de kooplieden in de verschillende gemeenten, waar een markt wordt gehouden, in grote lijnen dezelfde regelingen moeten gelden. In eerste instantie heeft daarom de Afdeling Markt-, Straat- en Rivierhandel van het Hoofdbe- drijfschap voor de Detailhandel geruime tijd geleden een model-marktverordening ontwor- pen die in diverse gemeenten als basis heeft gediend voor de piaatselijke marktverordening. In 1974 werd een model-marktverordening uitgegeven door de Vereniging van Hoofdambte- naren bij het Marktwezen in Nederland (V.H.M.N.), opgesteld door de zogeheten Unificatie- Commissie, waarin vertegenwoordigers van bovengenoemde afdeling van het Hoofdbedrijf- schap voor de Detailhandel, van martkbeheerders en marktkooplieden zitting hadden. Voortbouwend op de beide voorgaande model-verordeningen, heeft het Centraal Overleg Marktaangelegenheden, een orgaan bestaande uit vertegenwoordigers van alle eerder ge- noemde groeperingen, besloten tot het uitbrengen van de nu voorliggende aangepaste ver- sie, op grond van onder meer veranderde wetgeving. In dit kader moet zeker de invloed van de Wet AROB genoemd worden. De mogelijkheid die de burger hiermee wordt geboden om zijn rechten veilig te stellen zodra deze ten onrechte door de overheid dreigen te worden aangetast. heeft zeker bij de lagere overheid al heel wat teweeggebracht en over het algemeen een gunstige invloed gehad op de rechtszekerheid van de burger en de consistentie van het bestuur. Maar ook vanuit het marktwezen zelf, met name van de kant van de kooplieden wordt gere- geld en dikwijls op goede gronden de roep om aanpassing, vemieuwing en opschoning van bestaande bepalingen gehoord. Het is tenslotte de koopman die moet inspelen op de wen- sen van de consument, die vaak door strakl<ere wetgeving wordt gedwongen tot aanpassin- gen en investeringen en die blijvend op zoek is naar nieuwe wegen voor betere afzet van zijn waar. Artikelsgewijze toelichting Ad artikel 1. Ter bevordering van de duidelijkheid zijn in het eerste artikel definities gegeven van de meeste in de verordening gebruikte algemene begrippen. Hoewel de term "marktmeester" nog maar sporadisch in de verordening voorkomt, zal in de praktijk het goed functioneren van de markt goeddeels van zijn inspanningen afhankelijk zijn. Ingevoegd is het begrip "vergunninghouder", teneinde meer uniformiteit met andere ge- meentelijke verordeningen te bewerkstelligen (zie ook de toelichting bij artikel 9). Ad artikel 2. Met nadruk wordt erop gewezen. dat slechts dringende redenen tot het verplaatsen van de markt mogen leiden. Te denken valt bijvoorbeeld aan het verrichten van bestratings- en riole- ringswerkzaamheden op het marktterrein. De ervaring heeft geleerd, dat marktverplaatsingen de kooplieden sterk in hun omzet bena- delen. Het is dus ten enenmale onjuist de markt te verplaatsen terwille van een gebeurtenis welke men op de marktdag op het marktterrein wil laten plaatsvinden. Uiteraard dienen zo- wel kooplieden als publiek vroegtijdig van een en ander in kennis te worden gesteld. 12

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1989 | | pagina 33