5. Een ontslag bedoeld in het eerste lid gaat onmiddellijk met het nemen van het
daartoe strekkende besluit in.
6. Dit artlkel is van overeenkomstige toepassingop een lid van het Dagelijks
Bestuur bedoeld in het vierde en het vijfde lid van artikel 23, indien
oiutrent het gemis van vertrouwen overeenstemroing van gevoelen bestaat tussen
het Algemeen Bestuur en degene, die dit lid ter benoeming heeft
voorgedragen
vacaturevoorzienina
ArH"!"*1 27
1. Indien het ontstaan van een vacature in het Dagelijks Bestuur gepaard gaat
aan het openvallen van een plaats in het Algemeen Bestuur geschiedt de
voorziening in de eerstbedoelde vacature in de regel niet voordat de
laatstgenoemde plaats wederom is bezet.
2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen geschiedt de voorziening
in een vacature in het Dagelijks Bestuur zo spoedig mogelijk. De voorzitter
bevordert dit.
I
Paraaraaf 4
De voorzitter
benoemino
Artikel 28
1. Met inachtneming van het tweede lid benoemt het Algemeen Bestuur uit zijn
midden de voorzitter van het openbaar lichaam, die op grond van artikel 12,
derde lid, van de wet tevens voorzitter van het Algemeen Bestuur en van het
Dagelijks Bestuur is.
2. De benoeming van een voorzitter geschiedt zodamg, dat deze behoort tot de
leden van het Dagelijks Bestuur, genoemd in het tweede en het derde lid van
artikel 23.
zittinosduur.
aftrading.
|QPvolaina
1. De zittingsperiode van de voorzitter is, behcudens ingeyal van tussenti^dse
aftreding of ontslag, gelijk aan diens zittingsperiode in het Algemeen
Bestuur.
2. De voorzitter treedt als zodanig van rechtswege af zodra hij ophcudt lid van
het Algemeen Bestuur te zijn.
3. De voorzitter kan te alien tijde zijn ontslag als zodanig nemen. Hi] dient
dit ontslag schriftelijk in bij het Algemeen Bestuur.
4. Artikel 26 is made van toepassing ten aanzien van de voorzitter.
5. Tenzij het derde of het vierde lid toepassing heeft gevonden is een aftredend
voorzitter na wedercra te zijn benoemd tot lid van het Algemeen Bestuur
herbenoembaar tot voorzitter.
6. Artikel 25, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de
voorzitter.
13